iou meaning in Dutch

English	Dutch
contentious (given to struggling) adjective [UK: kən.ˈten.ʃəs] [US: kən.ˈten.ʃəs]	vechtjasbijvoeglijk naamwoord
contentious (marked by controversy) adjective [UK: kən.ˈten.ʃəs] [US: kən.ˈten.ʃəs]	aangevochtenbijvoeglijk naamwoord omstredenbijvoeglijk naamwoord
contrarious (persons) adjective [UK: kˌɒntrərɪˈuːz] [US: kˌɑːntrɚrɪˈuːz]	dwarsbijvoeglijk naamwoord onhandelbaarbijvoeglijk naamwoord tegendraadsbijvoeglijk naamwoord
copious (great in quantity) adjective [UK: ˈkəʊ.pɪəs] [US: ˈkoʊ.pɪəs]	ampelbijvoeglijk naamwoord copieusbijvoeglijk naamwoord overvloedigbijvoeglijk naamwoord
copious (having an abundant supply) adjective [UK: ˈkəʊ.pɪəs] [US: ˈkoʊ.pɪəs]	bij de vleetbijvoeglijk naamwoord
copious adjective [UK: ˈkəʊ.pɪəs] [US: ˈkoʊ.pɪəs]	uitgebreidbijvoeglijk naamwoord
curious (leading one to ask questions about; somewhat odd, out of the ordinary, or unusual) adjective [UK: ˈkjʊə.rɪəs] [US: ˈkjʊ.riəs]	apartbijvoeglijk naamwoord
curious (tending to ask questions, or to want to explore or investigate, see also: inquisitive) adjective [UK: ˈkjʊə.rɪəs] [US: ˈkjʊ.riəs]	nieuwsgierigbijvoeglijk naamwoord
deleterious (harmful) adjective [UK: ˌde.lɪ.ˈtɪə.rɪəs] [US: ˌde.lə.ˈtɪ.riəs]	schadelijkbijvoeglijk naamwoord
delicious (pleasing to taste) adjective [UK: dɪ.ˈlɪ.ʃəs] [US: də.ˈlɪ.ʃəs]	heerlijkbijvoeglijk naamwoord lekkerbijvoeglijk naamwoord smakelijkbijvoeglijk naamwoord
deliciousness (state or quality of being delicious) noun [UK: dɪˈlɪʃəsnəs ] [US: dɪˈlɪʃəsnəs ]	heerlijkheidsubstantief {f}
devious (cunning or deceiving, not straightforward) adjective [UK: ˈdiː.vɪəs] [US: ˈdiː.viəs]	heimelijkbijvoeglijk naamwoord kronkelendbijvoeglijk naamwoord onoprechtbijvoeglijk naamwoord
dubious (arousing doubt) adjective [UK: ˈdjuː.bɪəs] [US: ˈduː.biəs]	dubieusbijvoeglijk naamwoord twijfelachtigbijvoeglijk naamwoord
dubious adjective [UK: ˈdjuː.bɪəs] [US: ˈduː.biəs]	onzekerbijvoeglijk naamwoord
efficacious (effective, see also: effective) adjective [UK: ˌe.fɪˈk.eɪ.ʃəs] [US: ˌe.fəˈk.eɪ.ʃəs]	effectiefbijvoeglijk naamwoord efficiëntbijvoeglijk naamwoord
egregious (conspicuous, exceptional, outstanding) adjective [UK: ɪ.ˈɡriː.dʒɪəs] [US: ɪ.ˈɡriː.dʒəs]	flagrantbijvoeglijk naamwoord ongehoordbijvoeglijk naamwoord
envious (feeling or exhibiting envy) adjective [UK: ˈen.vɪəs] [US: ˈen.viəs]	jaloersbijvoeglijk naamwoord nijdigbijvoeglijk naamwoord
ethnoreligious (Of or pertaining to ethnicity and religion) adjective	etnoreligieusbijvoeglijk naamwoord
euphonious (demonstrating or possessing euphony; agreeable to the ear; pleasant-sounding) adjective [UK: juː.ˈfəʊ.njəs] [US: juːˈfo.ʊ.niːəs]	welluidendbijvoeglijk naamwoord
facetious (flippant) adjective [UK: fə.ˈsiː.ʃəs] [US: fə.ˈsiː.ʃəs]	spottendbijvoeglijk naamwoord spotterigbijvoeglijk naamwoord
facetious (pleasantly humorous, jocular) adjective [UK: fə.ˈsiː.ʃəs] [US: fə.ˈsiː.ʃəs]	grappigbijvoeglijk naamwoord
fallacious (characterized by fallacy; false or mistaken) adjective [UK: fə.ˈleɪ.ʃəs] [US: fə.ˈleɪ.ʃəs]	bedrieglijkbijvoeglijk naamwoord
fashion-conscious (interested in the latest fashions) adjective [UK: ˈfæʃ.n̩ ˈkɒn.ʃəs] [US: ˈfæʃ.n̩ ˈkɑːn.ʃəs]	modebewustbijvoeglijk naamwoord
fastidious (difficult to please) adjective [UK: fə.ˈstɪ.dɪəs] [US: fæ.ˈstɪ.diəs]	veeleisendbijvoeglijk naamwoord
fastidious (excessively particular) adjective [UK: fə.ˈstɪ.dɪəs] [US: fæ.ˈstɪ.diəs]	kieskeurigbijvoeglijk naamwoord
fastidious (overly concerned about tidiness and cleanliness) adjective [UK: fə.ˈstɪ.dɪəs] [US: fæ.ˈstɪ.diəs]	scrupuleusbijvoeglijk naamwoord

«<1 234 >↑

iou meaning in Dutch

Your history

Online dictionaries

Might be interested