English-Dutch dictionary »

ell meaning in Dutch

EnglishDutch
Hellenic (of or relating to Hellas or the Hellenes)
adjective
[UK: he.ˈliː.nɪk]
[US: hə.ˈle.nɪk]

Grieksbijvoeglijk naamwoord

Hellenic (of or relating to the ancient Greek culture and civilization)
adjective
[UK: he.ˈliː.nɪk]
[US: hə.ˈle.nɪk]

Helleensbijvoeglijk naamwoord

Oud-Grieksbijvoeglijk naamwoord

Hellenic Republic (official name of Greece)
proper noun

Helleense Republiekeigennam
{f}

Hellenistic (of or relating to a period of Greek history)
adjective
[UK: ˌhe.lə.ˈnɪ.stɪk]
[US: ˌhe.lə.ˈnɪ.stɪk]

hellenistischbijvoeglijk naamwoord

hellfire (fire of hell)
noun
[UK: ˈhel.faɪə(r)]
[US: ˈhel.ˌfaɪr]

hellevuursubstantief
{n}

hellish (causing pain, discomfort or distress)
adjective
[UK: ˈhe.lɪʃ]
[US: ˈhe.lɪʃ]

helsbijvoeglijk naamwoord

hello there (hello)
interjection

hallo daarinterjection

hellspawn (creature(s) from Hell)
noun

hellegebroedsubstantief
{n}

Hertzsprung-Russell diagram (plot of the absolute magnitude of stars)
noun

Hertzsprung-Russelldiagramsubstantief
{n}

high nelly (old fashioned bicycle)
noun

omafietssubstantief

host cell (living cell which harbours an infectious agent)
noun

gastheercelsubstantief
{f}

how do you spell this word (how do you spell this word?)
phrase

hoe spel je dit woord?phrase

impel [impelled, impelling, impels] (To drive forward; to propel an object)
verb
[UK: ɪm.ˈpel]
[US: ˌɪm.ˈpel]

voortdrijvenwerkwoord

impel [impelled, impelling, impels] (To urge a person; to press on; to incite to action or motion via intrinsic motivation)
verb
[UK: ɪm.ˈpel]
[US: ˌɪm.ˈpel]

aanzettenwerkwoord

impeller [impellers] (something which or someone who impels)
noun
[UK: ɪm.ˈpe.lə(r)]
[US: ɪm.ˈpe.lər]

schoepenradsubstantief
{n}

in a nutshell (in summary)
adverb
[UK: ɪn ə ˈnʌt ʃel]
[US: ɪn ə ˈnʌ.ˌtʃel]

in een notendopbijwoord

inkwell (container for ink)
noun
[UK: ˈɪŋ.kwel]
[US: ˈɪŋ.kwel]

inktpotsubstantief
{m}

intellectual (belonging to, or performed by, the intellect; mental or cognitive)
adjective
[UK: ˌɪn.tə.ˈlek.tʃʊəl]
[US: ˌɪn.tə.ˈlek.tʃuːəl]

verstandelijkbijvoeglijk naamwoord

intellectualization (act or process of intellectualizing)
noun

intellectualisatiesubstantief
{f}

intelligence (capacity of mind)
noun
[UK: ɪn.ˈte.lɪ.dʒəns]
[US: ˌɪn.ˈte.lə.dʒəns]

intelligentiesubstantief
{f}

intelligence (department, agency or unit)
noun
[UK: ɪn.ˈte.lɪ.dʒəns]
[US: ˌɪn.ˈte.lə.dʒəns]

inlichtingendienstsubstantief
{m}

intelligence (entity that has such capacities)
noun
[UK: ɪn.ˈte.lɪ.dʒəns]
[US: ˌɪn.ˈte.lə.dʒəns]

intelligent wezensubstantief
{n}

intelligence (information about the enemy)
noun
[UK: ɪn.ˈte.lɪ.dʒəns]
[US: ˌɪn.ˈte.lə.dʒəns]

inlichtingensubstantief
{Pl}

intelligence agency (governmental agency devoted to information gathering)
noun

inlichtingendienstsubstantief
{m}

inteligentiedienstsubstantief
{m}

intelligence quotient [intelligence quotients] (IQ score)
noun
[UK: ɪn.ˈte.lɪ.dʒəns ˈkwəʊʃnt]
[US: ˌɪn.ˈte.lə.dʒəns ˈkwoʊʃnt]

intelligentiequotiëntsubstantief
{n}

intelligent (of high or especially quick cognitive capacity, bright)
adjective
[UK: ɪn.ˈte.lɪ.dʒənt]
[US: ˌɪn.ˈte.lə.dʒənt]

intelligentbijvoeglijk naamwoord

intelligent (well thought-out, well considered)
adjective
[UK: ɪn.ˈte.lɪ.dʒənt]
[US: ˌɪn.ˈte.lə.dʒənt]

doordachtbijvoeglijk naamwoord

intelligent design (intelligent design / Intelligent Design)
proper noun
[UK: ɪn.ˈte.lɪ.dʒənt dɪ.ˈzaɪn]
[US: ˌɪn.ˈte.lə.dʒənt də.ˈzaɪn]

intelligent designeigennam

intelligentsia [intelligentsias] (intellectual élite)
noun
[UK: ɪn.ˌte.lɪ.ˈdʒent.sɪə]
[US: ˌɪn.ˌte.lə.ˈdʒent.siə]

intelligentsiasubstantief
{f}

intelligible (capable of being understood)
adjective
[UK: ɪn.ˈte.lɪ.dʒəb.l̩]
[US: ˌɪn.ˈte.lə.dʒəb.l̩]

begrijpelijkbijvoeglijk naamwoord

verstaanbaarbijvoeglijk naamwoord

interpellation [interpellations] (formal political procedure)
noun
[UK: ɪn.ˌtɜː.pə.ˈleɪʃ.n̩]
[US: ɪn.ˌtɝː.pə.ˈleɪʃ.n̩]

interpellatiesubstantief
{f}

isabelline wheatear (Oenanthe isabellina)
noun

izabeltapuitsubstantief
{m}

jelly [jellies] (jam)
noun
[UK: ˈdʒe.li]
[US: ˈdʒe.li]

geleisubstantief

jellyfish [jellyfishes] (aquatic animal)
noun
[UK: ˈdʒe.lɪ.fɪʃ]
[US: ˈdʒe.li.ˌfɪʃ]

kwalsubstantief
{f}

jingle bell (small, hollow, spherical metal bell with a narrow slit opening or small holes, containing a loose ball or rod as a clapper)
noun

schelringensubstantief
{?}

kettlebell (a kind of weight)
noun

giryasubstantief

kettlebellsubstantief

5678