English-Dutch dictionary »

action meaning in Dutch

EnglishDutch
action (signifying the start of something)
interjection
[UK: ˈæk.ʃn̩]
[US: ˈæk.ʃn̩]

actieinterjection
{f}

action [actions] (something done so as to accomplish a purpose)
noun
[UK: ˈæk.ʃn̩]
[US: ˈæk.ʃn̩]

actiesubstantief
{f}

handelingsubstantief
{f}

action [actions] (way of motion or functioning)
noun
[UK: ˈæk.ʃn̩]
[US: ˈæk.ʃn̩]

bewegingsubstantief
{f}

werkingsubstantief
{f}

action figure (children's toy)
noun

actiefiguursubstantief
{f}

action movie (a type of motion picture)
noun
[UK: ˈæk.ʃn̩ ˈmuː.vi]
[US: ˈæk.ʃn̩ ˈmuː.vi]

actiefilmsubstantief
{m}

action noun [action nouns] (a noun denoting the action of the verb or verbal root from which it is derived)
noun
[UK: ˈæk.ʃn̩ naʊn]
[US: ˈæk.ʃn̩ ˈnaʊn]

naamwoord van handelingsubstantief
{n}

actions speak louder than words (actions indicate true sentiments)
phrase

daden zeggen meer dan woordenphrase

actions speak louder than words (it is more effective to act than speak)
phrase

geen woorden maar daden; daden zeggen meer dan woordenphrase

niet lullen maar poetsenphrase

abreaction [abreactions] (psychoanalysis)
noun

afreageringsubstantief
{m}

emotionele ontladingsubstantief
{m}

abstraction [abstractions] (act of abstracting)
noun
[UK: æb.ˈstræk.ʃn̩]
[US: æb.ˈstræk.ʃn̩]

abstractiesubstantief
{f}

abstraction [abstractions] (idea of a visionary nature)
noun
[UK: æb.ˈstræk.ʃn̩]
[US: æb.ˈstræk.ʃn̩]

vage voorstellingsubstantief

visionair begripsubstantief
{n}

abstraction [abstractions] (purloining)
noun
[UK: æb.ˈstræk.ʃn̩]
[US: æb.ˈstræk.ʃn̩]

ontvreemdingsubstantief

toeëigeningsubstantief

abstractionism ((Philos.) principles of abstractions)
noun

abstractionismesubstantief
{m}

abstractionism (abstract art)
noun

abstracte kunstsubstantief
{n}

abstractionist (an idealist)
noun

abstractionistsubstantief
{m}

abstractionist (Related to abstract art)
adjective

abstractionistischbijvoeglijk naamwoord

abstractionist (someone who paints or creates abstract art)
noun

abstract kunstenaarsubstantief
{m}

affirmative action (set of policies)
noun

positieve discriminatiesubstantief
{f}

all talk and no action (idiom)
noun

veel geschreeuw en weinig wolsubstantief

attraction [attractions] (something which attracts)
noun
[UK: ə.ˈtræk.ʃn̩]
[US: ə.ˈtræk.ʃn̩]

attractiesubstantief
{f}

trekpleistersubstantief
{m}

attraction [attractions] (tendency to attract)
noun
[UK: ə.ˈtræk.ʃn̩]
[US: ə.ˈtræk.ʃn̩]

aantrekkingskrachtsubstantief
{f}

Cannizzaro reaction (reaction)
noun

Cannizzaro-reactiesubstantief
{f}

chain reaction (type of nuclear reaction)
noun
[UK: tʃeɪn rɪ.ˈæk.ʃn̩]
[US: ˈtʃeɪn ri.ˈæk.ʃn̩]

kettingreactiesubstantief
{f}

class action (lawsuit)
noun

groepsvorderingsubstantief
{f}

groepszaaksubstantief
{f}

common fraction (fraction with two integers)
noun
[UK: ˈkɒ.mən ˈfræk.ʃn̩]
[US: ˈkɑː.mən ˈfræk.ʃn̩]

breuksubstantief
{c}

contraction [contractions] (linguistics: process whereby one or more sounds of a free morpheme are lost or reduced)
noun
[UK: kən.ˈtræk.ʃn̩]
[US: kən.ˈtræk.ʃn̩]

samentrekkingsubstantief
{f}

contraction [contractions] (painful shortening of the uterine muscles)
noun
[UK: kən.ˈtræk.ʃn̩]
[US: kən.ˈtræk.ʃn̩]

weesubstantief
{f}

diffraction grating [diffraction gratings] (surface having many closely spaced lines or slits)
noun

tralie [traliën]substantief
{f}

dissatisfaction [dissatisfactions] (unhappiness or discontent)
noun
[UK: ˌdɪs.ˌsæ.tɪs.ˈfæk.ʃn̩]
[US: ˌdɪ.sæ.təs.ˈfæk.ʃn̩]

ontevredenheidsubstantief
{f}

distraction [distractions] (something that distracts)
noun
[UK: dɪ.ˈstræk.ʃn̩]
[US: ˌdɪ.ˈstræk.ʃn̩]

afleidingsubstantief
{f}

electromagnetic interaction noun
[UK: ɪ.ˌlek.trəʊ.mæɡ.ˈne.tɪk ˌɪn.tə.ˈræk.ʃn̩]
[US: ɪ.ˌlektro.ʊ.mæg.ˈne.tɪk ˌɪn.tə.ˈræk.ʃn̩]

elektromagnetische interactiesubstantief
{f}

extraction [extractions] (act of extracting)
noun
[UK: ɪk.ˈstræk.ʃn̩]
[US: ɪk.ˈstræk.ʃn̩]

extractiesubstantief
{f}

12