Dutch | English |
---|---|
een solo spelen werkwoord | solo(to perform a solo) |
een spaak in het wiel steken substantief | monkey wrench [monkey wrenches](problem) |
een speld tussen krijgen werkwoord | get a word in edgewise(to break into or participate in a conversation) |
een stap voor zijn werkwoord | get a leg up(To gain some advantage; to get a head start.) |
een steek laten vallen werkwoord | drop the ball(fail in one’s responsibilities) |
een stelling bouwen werkwoord | scaffold [scaffolded, scaffolding, scaffolds](set up scaffolding) |
een stortbad nemen werkwoord | shower [showered, showering, showers](to bathe using a shower) |
een taak toekennen werkwoord | task [tasked, tasking, tasks](assign a task to) |
een tandje bijzetten werkwoord | pull one's socks up(start making an effort; to renew or redouble one's efforts) |
een tapijt vormen werkwoord | carpet [carpeted, carpeting, carpets](to cover like a carpet) |
een tegelijk bijwoord | one at a time(individually) |
een tegengewicht vormen voor werkwoord | counterbalance(to apply weight in order to balance) |
een tegenkracht vormen voor werkwoord | counterbalance(to match or equal in effect when applying opposing force) |
een terras aanleggen werkwoord | terrace(to provide with a terrace) |
een tip geven werkwoord | clue(to provide with a clue) |
een toeval krijgen werkwoord | have kittens(to become extremely upset) |
een totale ommekeer uitvoeren werkwoord | about-face(to change opinion or attitude) |
een trapje hoger preposition | above(higher in rank) |
een troop gebruiken werkwoord | trope(to use a trope) |
een TV programma coördineren werkwoord | anchor [anchored, anchoring, anchors](to perform as a TV anchorman) |
een-tweetje substantief {n} | one-two(soccer: quick one-touch play between two players) |
een uiltje knappen werkwoord | kip(to sleep, in a temporary, charitable, or necessary situation) |
een uitkomst hebben werkwoord | turn out(to result; end up) |
een uitstap maken werkwoord | jaunt(to ramble here and there; to stroll; to make an excursion) |
een uitval doen werkwoord | sally(to make a sudden attack ) |
één uur bijwoord | o'clock(indication of time (the translations below are of "one o’clock")) |
een uur in de wind stinken werkwoord | stink to high heaven(to have a very strong and unpleasant smell) |
een vaste benoeming hebben substantief | tenure(status of having a permanent post) |
een vergissing maken werkwoord | err [erred, erring, errs]verb |
een verhulde zegen substantief | blessing in disguise(A seeming misfortune that turns out to be for the best) |
een verkleuring veroorzaakt door hitte substantief | scorch [scorches](A discolouration caused by heat) |
een veroordeelde substantief | con [cons](a convicted criminal, a convict) |
een veroordeelde crimineel substantief | con [cons](a convicted criminal, a convict) |
een vijs kwijt zijn werkwoord | have a screw loose(to be insane, irrational, or eccentric) |
een vliegverbod opleggen werkwoord | ground [grounded, grounding, grounds](to forbid an aircraft or pilot to fly) |
een vlucht nemen werkwoord | take off(to become successful) |
één voor allen phrase | one for all, all for one(motto: working for each other) |
een voor een bijwoord | one at a time(individually) one by one(individually) |
een voorgevoel hebben werkwoord | presage [presaged, presaging, presages](to have a presentiment of) |