Angol-Holland szótár »

wie hollandul

AngolHolland
Wie (Dutch surname)
proper noun

Van Wieeigennam

Wieeigennam

wield [wielded, wielding, wields] (to exercise authority or influence)
verb
[UK: wiːld]
[US: ˈwiːld]

uitoefenenwerkwoord

wield [wielded, wielding, wields] (to handle or use a weapon)
verb
[UK: wiːld]
[US: ˈwiːld]

hanterenwerkwoord

wield [wielded, wielding, wields] (to handle with skill and ease)
verb
[UK: wiːld]
[US: ˈwiːld]

beheersenwerkwoord

Wiener schnitzel (veal cutlet)
noun
[UK: ˈwiː.nə(r) ˈʃnɪt.sl̩]
[US: ˈwiː.nər ˈʃnɪt.sl̩]

wienerschnitzelsubstantief

chewy [chewier, chewiest] (having a pliable or springy texture when chewed)
adjective
[UK: ˈtʃuːi]
[US: ˈtʃuːi]

rubberigbijvoeglijk naamwoord

taaibijvoeglijk naamwoord

dewy [dewier, dewiest] (covered by dew)
adjective
[UK: ˈdjuːɪ]
[US: ˈduːi]

bedauwdbijvoeglijk naamwoord

dauwigbijvoeglijk naamwoord

showy [showier, showiest] (for show)
adjective
[UK: ˈʃəʊɪ]
[US: ˈʃoʊɪ]

opzichtigbijvoeglijk naamwoord

unwieldy [unwieldier, unwieldiest] (difficult to carry, handle, manage or operate)
adjective
[UK: ʌn.ˈwiːl.di]
[US: ʌˈn.wiːl.di]

logbijvoeglijk naamwoord

Van Wie (surname)
proper noun

Van Wieeigennam

Wieeigennam

Vanwie proper noun
[UK: ˈvæn.wi]
[US: ˈvæn.wi]

Van Wieeigennam