Angol-Holland szótár »

white hollandul

AngolHolland
white-shouldered antshrike (passerine bird)
noun

witschouder-mierklauwiersubstantief

white stork (large wading bird, Ciconia ciconia)
noun
[UK: waɪt stɔːk]
[US: ˈwaɪt ˈstɔːrk]

ooievaarsubstantief
{m}

white-tailed deer (type of deer)
noun

savannehertsubstantief
{n}

strandhertsubstantief
{n}

witstaarthertsubstantief
{n}

white-tailed eagle [white-tailed eagles] (Haliaeetus albicilla)
noun
[UK: waɪt teɪld ˈiːɡ.l̩]
[US: ˈwaɪt ˈteɪld ˈiːɡ.l̩]

Europese zeearendsubstantief
{m}

zeearendsubstantief
{m}

white-tailed hawk (Buteo albicaudatus)
noun

witstaartbuizerdsubstantief

white-tailed lapwing (Vanellus leucurus)
noun

witstaartkievitsubstantief

white-throated dipper (Cinclus cinclus)
noun
[UK: waɪt ˈθrəʊ.tɪd ˈdɪ.pə(r)]
[US: ˈwaɪt ˈθroʊ.tɪd ˈdɪ.pər]

waterspreeuwsubstantief

white wagtail (bird in the wagtail family)
noun

witte kvikstaartsubstantief

white wine [white wines] (light coloured wine)
noun
[UK: waɪt waɪn]
[US: ˈwaɪt ˈwaɪn]

witte wijnsubstantief

white-winged tern (Chlidonias leucopterus)
noun

witvleugelsternsubstantief

whitebeam [whitebeams] (any of various Eurasian deciduous trees of the genus Sorbus subg. Aria)
noun
[UK: wˈaɪtbiːm]
[US: wˈaɪtbiːm]

meelbessubstantief
{f}

whiteface (dragonfly of genus Leucorrhinia)
noun

witsnuitlibelsubstantief
{f}

whitethroat [whitethroats] (Sylvia communis)
noun
[UK: ˈwaɪtθrəʊt]
[US: ˈwaɪtθrəʊt]

grasmussubstantief
{f}

koewachtertjesubstantief
{n}

whitewash [whitewashes] (lime and water mixture)
noun
[UK: ˈwaɪ.twɒʃ]
[US: ˈwaɪ.ˌtwɑːʃ]

witkalksubstantief

whitewash [whitewashed, whitewashing, whitewashes] verb
[UK: ˈwaɪ.twɒʃ]
[US: ˈwaɪ.ˌtwɑːʃ]

wittenwerkwoord

antique white (colour)
noun

gebroken witsubstantief

Australian white ibis (species of wading bird)
noun
[UK: ɒ.ˈstreɪ.liən waɪt ˈaɪ.bɪs]
[US: ɒ.ˈstreɪ.ljən ˈwaɪt ˈaɪ.bəs]

Australische witte ibissubstantief

common whitefish (Coregonus lavaretus)
noun

grote marenesubstantief
{f}

common whitethroat (Sylvia communis)
noun

grasmussubstantief
{f}

great white shark (Carcharodon carcharias)
noun
[UK: ˈɡreɪt waɪt ʃɑːk]
[US: ˈɡreɪt ˈwaɪt ˈʃɑːrk]

grote witte haaisubstantief

mensenhaaisubstantief

greater white-fronted goose (Anser albifrons)
noun

kolganssubstantief
{f}

lesser white-fronted goose (Anser erythropus)
noun

dwergganssubstantief
{f}

milk-white (having a slightly bluish white color, that of milk)
adjective
[UK: ˈmɪlk waɪt]
[US: ˈmɪlk waɪt]

melkwitbijvoeglijk naamwoord

northern bobwhite (Colinus virginianus)
noun
[UK: ˈnɔː.ðən]
[US: ˈnɔːr.ðərn]

boomkwartelsubstantief
{f}

off-white (of a very pale colour that is almost white)
adjective
[UK: ˌɒf ˈwaɪt]
[US: ˌɒf ˈwaɪt]

vuilwitbijvoeglijk naamwoord

off-white (very pale colour that is almost white)
noun
[UK: ˌɒf ˈwaɪt]
[US: ˌɒf ˈwaɪt]

gebroken witsubstantief
{n}

vuilwitsubstantief
{n}

red, white and blue (a flag of these three colours)
adjective

roodbijvoeglijk naamwoord

wit en blauwbijvoeglijk naamwoord

Snow White (character from Snow White (Schneewittchen))
proper noun
[UK: snəʊ waɪt]
[US: ˈsnoʊ ˈwaɪt]

Sneeuwwitjeeigennam
{n}

snow-white (as white as snow)
adjective
[UK: ˈsnəʊ waɪt]
[US: ˈsnoʊ waɪt]

sneeuwwitbijvoeglijk naamwoord

12