Angol | Holland |
---|---|
welcome [welcomes] (act of greeting someone's arrival) noun [UK: ˈwelkəm] [US: ˈwelkəm] | begroetingsubstantief ontvangstsubstantief verwelkomingsubstantief |
welcome [welcomed, welcoming, welcomes] (affirm or greet the arrival of someone) verb [UK: ˈwelkəm] [US: ˈwelkəm] | verwelkomenwerkwoord welkom hetenwerkwoord |
welcome (greeting given upon someone's arrival) interjection [UK: ˈwelkəm] [US: ˈwelkəm] | welkom!interjection |
welcome [welcomed, welcoming, welcomes] (to accept willingly) verb [UK: ˈwelkəm] [US: ˈwelkəm] | graag ontvangenwerkwoord |
welcome [welcomes] (utterance of such a greeting) noun [UK: ˈwelkəm] [US: ˈwelkəm] | welkomsubstantief |
welcome (whose arrival is a cause of joy) adjective [UK: ˈwelkəm] [US: ˈwelkəm] | graag gezienbijvoeglijk naamwoord welkombijvoeglijk naamwoord welkomebijvoeglijk naamwoord |
welcome back phrase | welkom terugphrase |
welcome swallow noun | welkomzwaluwsubstantief |
you're welcome (reply to thanks) phrase | geen dankphrase graag gedaanphrase niets te dankenphrase |