Angol-Holland szótár »

try hollandul

AngolHolland
infantry [infantry] (soldiers who fight on foot)
noun
[UK: ˈɪn.fən.tri]
[US: ˈɪn.fən.tri]

voetvolksubstantief
{n}

infantryman [infantrymen] (soldier who fights on foot)
noun
[UK: ˈɪn.fən.trɪ.mən]
[US: ˈɪn.fæn.tri.mən]

infanteristsubstantief
{m}

voetsoldaatsubstantief

isometry (A function)
noun

isometriesubstantief

lichenometry (geochronologic dating method that uses lichen growth)
noun

lichenometriesubstantief
{c}

lyric poetry noun
[UK: ˈlɪ.rɪk ˈpəʊɪ.tri]
[US: ˈlɪ.rɪk ˈpoʊɪ.tri]

lyrieksubstantief

marquetry (decorative technique)
noun
[UK: ˈmɑːk.ɪ.tri]
[US: ˈmɑːrk.ɪ.tri]

marqueteriesubstantief
{f}

ministry [ministries] (complete body of government ministers)
noun
[UK: ˈmɪ.nɪ.stri]
[US: ˈmɪ.nə.stri]

gouvernementsubstantief
{n}

kabinetsubstantief
{n}

regeringsubstantief
{n}

ministry [ministries] (government department)
noun
[UK: ˈmɪ.nɪ.stri]
[US: ˈmɪ.nə.stri]

departementsubstantief
{n}

ministeriesubstantief
{n}

ministry [ministries] (practice and education of the minister of a particular religion)
noun
[UK: ˈmɪ.nɪ.stri]
[US: ˈmɪ.nə.stri]

bediening van de eredienstsubstantief

no entry (entry is forbidden)
phrase
[UK: nəʊ ˈen.tri]
[US: ˈnoʊ ˈen.tri]

geen toegangphrase
{f}

verboden toegangphrase
{f}

organic chemistry (chemistry of carbon containing compounds)
noun
[UK: ɔː.ˈɡæ.nɪk ˈke.mɪ.stri]
[US: ɔːr.ˈɡæ.nɪk ˈke.mə.stri]

organische chemiesubstantief

pageantry (A colourful show or display)
noun
[UK: ˈpæ.dʒən.tri]
[US: ˈpæ.dʒən.tri]

praalsubstantief

vertoonsubstantief

paltry (meager; worthless; pitiful; trifling)
adjective
[UK: ˈpɔːl.tri]
[US: ˈpɒl.tri]

armzaligbijvoeglijk naamwoord

beklagenswaardigbijvoeglijk naamwoord

meelijwekkendbijvoeglijk naamwoord

waardeloosbijvoeglijk naamwoord

paltry (trashy, trivial, of little value)
adjective
[UK: ˈpɔːl.tri]
[US: ˈpɒl.tri]

pietluttigbijvoeglijk naamwoord

triviaalbijvoeglijk naamwoord

pantry [pantries] (storage room)
noun
[UK: ˈpæn.tri]
[US: ˈpæn.tri]

bijkeukensubstantief
{f}

voorraadkamersubstantief
{f}

voorraadkastsubstantief
{f}

pastry [pastries] (food group)
noun
[UK: ˈpeɪ.stri]
[US: ˈpeɪ.stri]

banketsubstantief
{n}

gebaksubstantief
{n}

pastry bag (bag used to pipe cakes with icing)
noun
[UK: ˈpeɪ.stri bæɡ]
[US: ˈpeɪ.stri ˈbæɡ]

spuitzaksubstantief
{m}

peasantry [peasantry] (impoverished rural farm workers)
noun
[UK: ˈpezn.tri]
[US: ˈpe.zən.tri]

boerenstandsubstantief
{m}

pedantry (excessive attention to detail or rules)
noun
[UK: ˈpedn.tri]
[US: ˈpe.dən.tri]

betweterigheidsubstantief
{f}

frikkerigheidsubstantief
{f}

pedantry (overly ambitious display of learning)
noun
[UK: ˈpedn.tri]
[US: ˈpe.dən.tri]

pedanteriesubstantief

poetry (a poet's literary production)
noun
[UK: ˈpəʊɪ.tri]
[US: ˈpoʊɪ.tri]

dichtwerksubstantief
{n}

poetry (literature composed in verse)
noun
[UK: ˈpəʊɪ.tri]
[US: ˈpoʊɪ.tri]

dichtkunstsubstantief

poëziesubstantief

poultry [poultry] (domestic fowl)
noun
[UK: ˈpəʊl.tri]
[US: ˈpoʊl.tri]

pluimveesubstantief
{n}

poultry [poultry] (fowl meat)
noun
[UK: ˈpəʊl.tri]
[US: ˈpoʊl.tri]

gevogeltesubstantief
{n}

psychiatry [psychiatries] (branch of medicine dealing with mental disorders)
noun
[UK: saɪˈk.aɪə.tri]
[US: saɪˈk.aɪə.tri]

psychiatriesubstantief
{f}

1234