Angol-Holland szótár »

thy hollandul

AngolHolland
frothy [frothier, frothiest] (foamy or churned)
adjective
[UK: ˈfrɒ.θi]
[US: ˈfrɒ.θi]

schuimigbijvoeglijk naamwoord

healthy [healthier, healthiest] (enjoying good health)
adjective
[UK: ˈhel.θi]
[US: ˈhel.θi]

gezondbijvoeglijk naamwoord

healthy [healthier, healthiest] (evincing health)
adjective
[UK: ˈhel.θi]
[US: ˈhel.θi]

hartigbijvoeglijk naamwoord

healthy [healthier, healthiest] (significant, hefty)
adjective
[UK: ˈhel.θi]
[US: ˈhel.θi]

deugdelijkbijvoeglijk naamwoord

duchtigbijvoeglijk naamwoord

healthy [healthier, healthiest] adjective
[UK: ˈhel.θi]
[US: ˈhel.θi]

abelbijvoeglijk naamwoord

hexamethylenediamine noun

hexamethyleendiaminesubstantief

homeopathy (system of treating diseases with very small amounts)
noun
[UK: ˌhəʊ.mi.ˈɒ.pə.θi]
[US: ˌhoʊ.mi.ˈɒ.pə.θi]

homeopathiesubstantief
{f}

hyperthymesia (rare condition in which an individual possesses a superior autobiographical memory)
noun

hyperthymesiasubstantief

ichthyological adjective

viskundigbijvoeglijk naamwoord

ichthyology (branch of zoology devoted to the study of fish)
noun
[UK: ˌɪk.θɪ.ˈɒ.lə.dʒɪ]
[US: ˌɪk.θiː.ˈɑː.lə.dʒiː]

ichtyologiesubstantief
{f}

viskundesubstantief
{f}

ichthyosaur (extinct reptile)
noun

ichthyosauriërsubstantief
{m}

ithyphallophobia noun

ithyphallofobiesubstantief
{f}

know thyself (be aware of both your strengths and limitations)
phrase

ken uzelfphrase

methyl- (prefix used to form terms describing the attachment of a methyl group)
adjective

methyl-bijvoeglijk naamwoord

methylated spirit (ethyl alcohol used as a fuel and a solvent)
noun
[UK: ˈme.θɪ.leɪ.tɪd ˈspɪ.rɪt]
[US: ˈme.θɪ.leɪ.tɪd ˈspɪ.rət]

brandspiritussubstantief
{m}

spiritussubstantief
{m}

naturopathy (system of therapy)
noun
[UK: nˌeɪtʃərˈɒpəθi]
[US: nˌeɪtʃɚrˈɑːpəθi]

natuurgeneeskundesubstantief
{f}

natuurgeneeswijzesubstantief
{m} {f}

neuropathy [neuropathies] (disease of the nervous system)
noun
[UK: ˈnʊro.ˌpæ.θi]
[US: ˈnʊro.ˌpæ.θi]

neuropathiesubstantief
{f}

osteopathy [osteopathies] (branch of therapy)
noun
[UK: ˌɒ.stɪ.ˈɒ.pə.θi]
[US: ˌɒ.stɪ.ˈɒ.pə.θi]

osteopathiesubstantief
{f}

parathyroid gland [parathyroid glands] (any one of four endocrine glands situated in the neck)
noun
[UK: ˌpæ.rə.ˈθaɪ.rɔɪd ɡlænd]
[US: pæ.rʌ.ˈθaɪ.rɔɪd ˈɡlænd]

bijschildkliersubstantief
{f}

physician, heal thyself phrase

genees uzelfphrase

genees uzelven; geneesheerphrase

medicijnmeesterphrase

pithy [pithier, pithiest] (Concise and meaningful)
adjective
[UK: ˈpɪ.θi]
[US: ˈpɪ.θi]

beknoptbijvoeglijk naamwoord

bondigbijvoeglijk naamwoord

kernachtigbijvoeglijk naamwoord

pithy [pithier, pithiest] (Of, like, or abounding in pith)
adjective
[UK: ˈpɪ.θi]
[US: ˈpɪ.θi]

mergachtigbijvoeglijk naamwoord

rijk aan mergbijvoeglijk naamwoord

polyethylene [polyethylenes] noun
[UK: ˌpɒ.li.ˈe.θə.liːn]
[US: ˌpɑː.li.ˈe.θə.ˌlin]

polyetheensubstantief
{n}

polyethylene glycol (water-soluble polymer)
noun

polyethyleenglycolsubstantief
{m}

polyethylene terephthalate (type of polyester)
noun

polyethyleentereftalaatsubstantief
{n}

polyneuropathy [polyneuropathies] (medicine: any of several diseases involving several peripheral nerves)
noun
[UK: pˌɒlɪnjuːrˈɒpəθi]
[US: pˌɑːlɪnʊrrˈɑːpəθi]

polyneuropathiesubstantief
{f}

praiseworthy (meriting praise)
adjective
[UK: ˈpreɪz.wɜː.ði]
[US: ˈpreɪˌz.wər.ði]

achtenswaardigbijvoeglijk naamwoord

lofwaardigbijvoeglijk naamwoord

prijzenswaardigbijvoeglijk naamwoord

psychopathy [psychopathies] (personality disorder indicated by a pattern of lying, exploitation, heedlessness, arrogance, sexual promiscuity, low self-control, and lack of empathy and remorse)
noun
[UK: saɪˈk.ɑː.pə.θi]
[US: saɪˈk.ɑː.pə.θi]

psychopathiesubstantief
{f}

sympathy [sympathies] (feeling of pity or sorrow for the suffering or distress of another, see also: compassion)
noun
[UK: ˈsɪm.pə.θi]
[US: ˈsɪm.pə.θi]

medelijdensubstantief
{n}

123