Angol-Holland szótár »

some hollandul

AngolHolland
give someone the cold shoulder (snub)
verb

iemand links laten liggenwerkwoord

gruesome (repellently frightful and shocking; horrific or ghastly)
adjective
[UK: ˈɡruː.səm]
[US: ˈɡruː.səm]

afgrijselijkbijvoeglijk naamwoord

afschuwelijkbijvoeglijk naamwoord

angstaanjagendbijvoeglijk naamwoord

gruwelijkbijvoeglijk naamwoord

gruwzaambijvoeglijk naamwoord

verschrikkelijkbijvoeglijk naamwoord

gruesomeness (the characteristic or quality of being gruesome)
noun
[UK: ˈɡruː.səm.nəs]
[US: ˈɡruː.səm.nəs]

afschuwelijkheidsubstantief
{f}

grimmigheidsubstantief
{f}

gruwzaamheidsubstantief
{f}

verschrikkelijkheidsubstantief
{f}

handsome [handsomer, handsomest] (of man: attractive)
adjective
[UK: ˈhæn.səm]
[US: ˈhæn.səm]

knapbijvoeglijk naamwoord

have someone's back (be prepared and willing to support or defend someone)
verb

achter iemand staanwerkwoord

iemand steunenwerkwoord

irksome (disagreeable or troublesome by reason of long continuance or repetition; bothersome; annoying; irritating; wearisome; tedious)
adjective
[UK: ˈɜːk.səm]
[US: ˈɝːk.səm]

vervelendbijvoeglijk naamwoord

isometry (A function)
noun

isometriesubstantief

it's someone's funeral (someone's decisions or actions will bring undesirable consequences only on that person)
phrase

het is jouw begrafenisphrase

keep someone posted (inform of latest developments)
verb

iemand op de hoogte houdenwerkwoord

leave someone to their own devices (to leave alone, unsupervised, without assistance)
verb

aan zijn lot overlatenwerkwoord

lysosome [lysosomes] (digestive organelle)
noun
[UK: lˈaɪsəʊsˌəʊm]
[US: lˈaɪsoʊsˌoʊm]

lysosoomsubstantief
{n}

meddlesome (inclined to meddle or interfere)
adjective
[UK: ˈmedl.səm]
[US: ˈme.dəl.səm]

bemoeizuchtigbijvoeglijk naamwoord

music to someone's ears (good news; pleasing sound or expression)
noun
[UK: ˈmjuː.zɪk tuː ˈsəˌm.wənz ɪəz]
[US: ˈmjuː.zɪk ˈtuː ˈsəˌm.wənz ˈɪrz]

als muziek in de oren klinkensubstantief

noisome (morally hurtful or noxious)
adjective
[UK: ˈnɔɪs.əm]
[US: ˈnɔɪs.əm]

schadelijkbijvoeglijk naamwoord

noisome (offensive to the senses)
adjective
[UK: ˈnɔɪs.əm]
[US: ˈnɔɪs.əm]

degoutantbijvoeglijk naamwoord

misselijkmakendbijvoeglijk naamwoord

walgelijkbijvoeglijk naamwoord

or something (or something like that)
phrase

of zophrase

of zoietsphrase

pull someone's chestnuts out of the fire (do someone's difficult work)
verb
[UK: pʊl ˈsəˌm.wənz ˈtʃe.snʌts ˈaʊt əv ðə ˈfaɪə(r)]
[US: ˈpʊl ˈsəˌm.wənz ˈtʃe.snʌts ˈaʊt əv ðə ˈfaɪər]

de kastanjes uit het vuur halenwerkwoord

put oneself in someone's shoes (look at a situation as if one were the other person)
verb

zich in een ander verplaatsenwerkwoord

quarrelsome (given to quarreling)
adjective
[UK: ˈkwɒ.rəl.səm]
[US: ˈkwɔː.rəl.səm]

ruzieachtigbijvoeglijk naamwoord

twistziekbijvoeglijk naamwoord

rain on someone's parade (to disappoint or discourage someone)
verb

de feestvreugde bedervenwerkwoord

read someone the riot act (scold or berate)
verb

iemand de les lezenwerkwoord

ribosome [ribosomes] (organelle)
noun
[UK: rˈiːbəʊsˌəʊm]
[US: rˈiːboʊsˌoʊm]

ribosoomsubstantief
{n}

rub someone's nose in verb

het erin wrijvenwerkwoord

onder de neus wrijvenwerkwoord

serve someone right (happen to someone who deserves it)
verb
[UK: sɜːv ˈsʌm.wʌn raɪt]
[US: ˈsɝːv ˈsʌˌm.wən ˈraɪt]

zijn verdiende loonwerkwoord

slip through someone's fingers verb

door de vingers glippenwerkwoord

sweep something under the rug (to conceal a problem expediently)
verb

iets onder het tapijt vegenwerkwoord

1234