Angol-Holland szótár »

rim hollandul

AngolHolland
rim [rims] (edge around something)
noun
[UK: rɪm]
[US: ˈrɪm]

randsubstantief
{m}

rim [rimmed, rimming, rims] (lick the anus)
verb
[UK: rɪm]
[US: ˈrɪm]

baffenwerkwoord

rim [rims] (wheel rim)
noun
[UK: rɪm]
[US: ˈrɪm]

velgsubstantief

rime [rimes] (hoar frost)
noun
[UK: raɪm]
[US: raɪm]

rijmsubstantief
{m}

rijpsubstantief
{m}

vriesdauwsubstantief
{m}

abrim (brimming)
adjective

afgeladenbijvoeglijk naamwoord

bomvolbijvoeglijk naamwoord

boordevolbijvoeglijk naamwoord

overlopendbijvoeglijk naamwoord

stampvolbijvoeglijk naamwoord

acrimonious (angry, acid, and sharp in delivering argumentative replies)
adjective
[UK: ˌæ.krɪ.ˈməʊ.niəs]
[US: ˌæ.krəˈmo.ʊ.niəs]

acrimonieusbijvoeglijk naamwoord

bitsbijvoeglijk naamwoord

bitsigbijvoeglijk naamwoord

gemeenbijvoeglijk naamwoord

rancuneusbijvoeglijk naamwoord

scherpbijvoeglijk naamwoord

venijnigbijvoeglijk naamwoord

verbitterdbijvoeglijk naamwoord

vinnigbijvoeglijk naamwoord

agrimony (plant of the genus Agrimonia)
noun
[UK: ˈæ.ɡrɪ.mə.ni]
[US: ˈæ.ɡrɪ.mə.ni]

agrimoniesubstantief

brim [brims] (edge or border)
noun
[UK: brɪm]
[US: ˈbrɪm]

boordsubstantief

randsubstantief

brim [brimmed, brimming, brims] (to be full to overflowing)
verb
[UK: brɪm]
[US: ˈbrɪm]

overlopenwerkwoord

brim [brimmed, brimming, brims] (to fill to the brim, upper edge, or top)
verb
[UK: brɪm]
[US: ˈbrɪm]

tot de rand toe vullenwerkwoord

brimstone (butterfly species)
noun
[UK: ˈbrɪm.stəʊn]
[US: ˈbrɪmstoʊn]

citroenvlindersubstantief
{m}

crime [crimes] (specific act committed in violation of the law)
noun
[UK: kraɪm]
[US: ˈkraɪm]

misdaadsubstantief
{f}

crime against humanity (a large-scale persecution of, or atrocity against, a body of people)
noun

misdaad tegen de menselijkheidsubstantief
{f}

misdaad tegen de mensheidsubstantief
{f}

crime doesn't pay (if you a commit a crime you will most likely be punished for it)
phrase

misdaad loont nietphrase

crime scene (location of a crime)
noun
[UK: kraɪm siːn]
[US: ˈkraɪm ˈsiːn]

plaats delictsubstantief
{f}

Crimea (peninsula, see also: Crimean peninsula)
proper noun
[UK: kraɪ.ˈmiːə]
[US: kraɪ.ˈmiːə]

de Krimeigennam

Krimlandeigennam

Crimean Gothic (Gothic dialect spoken in Crimea)
proper noun

Krim-Gotischeigennam
{n}

Crimean Tatar (Crimean Tatar (a Turkic language))
noun
[UK: krə.ˈmiːn ˈtæ.tə(r)]
[US: krə.ˈmiːn ˈtæ.tər]

Krimssubstantief
{n}

Krimtataarssubstantief
{n}

criminal (being against the law)
adjective
[UK: ˈkrɪ.mɪn.l̩]
[US: ˈkrɪ.mən.l̩]

crimineelbijvoeglijk naamwoord

misdadigbijvoeglijk naamwoord

onwettigbijvoeglijk naamwoord

criminal (person guilty of a crime, breaking the law)
noun
[UK: ˈkrɪ.mɪn.l̩]
[US: ˈkrɪ.mən.l̩]

crimineelsubstantief
{m}

12