Angol-Holland szótár »

repeat hollandul

AngolHolland
repeat [repeated, repeating, repeats] (do or say again)
verb
[UK: rɪ.ˈpiːt]
[US: rə.ˈpiːt]

herdoenwerkwoord

herhalenwerkwoord

herzeggenwerkwoord

wederhalenwerkwoord

repeat offender (repeat offender, see also: recidivist)
noun
[UK: rɪ.ˈpiːt ə.ˈfen.də(r)]
[US: rə.ˈpiːt ə.ˈfen.dər]

draaideurcrimineelsubstantief
{f}

recidivistsubstantief
{m}

recidivistesubstantief
{f}

repeated (said or done again)
adjective
[UK: rɪ.ˈpiː.tɪd]
[US: rə.ˈpiː.təd]

herhaaldelijkbijvoeglijk naamwoord

repeatedly (done several times)
adverb
[UK: rɪ.ˈpiː.tɪd.li]
[US: rə.ˈpiː.təd.li]

herhaaldelijkbijwoord

meermaalsbijwoord

telkensbijwoord

history repeats itself (Translations)
phrase

de geschiedenis herhaalt zichphrase

please repeat after me (phrase)
phrase

zeg mij na alsjeblieftphrase

zegt u mij na alstublieftphrase