Angol-Holland szótár »

relent hollandul

AngolHolland
relent [relented, relenting, relents] (become less rigid, yield)
verb
[UK: rɪ.ˈlent]
[US: rə.ˈlent]

meegevenwerkwoord

oplossenwerkwoord

smeltenwerkwoord

zachter wordenwerkwoord

relent [relented, relenting, relents] (become less severe, give in)
verb
[UK: rɪ.ˈlent]
[US: rə.ˈlent]

milder wordenwerkwoord

milderenwerkwoord

verzachtenwerkwoord

relent [relented, relenting, relents] (slacken, abate)
verb
[UK: rɪ.ˈlent]
[US: rə.ˈlent]

verslappenwerkwoord

relent (stop, delay)
noun
[UK: rɪ.ˈlent]
[US: rə.ˈlent]

oponthoudsubstantief
{n}

verblijfsubstantief
{n}

relentless (unrelenting or unyielding in severity)
adjective
[UK: rɪ.ˈlent.ləs]
[US: rə.ˈlent.ləs]

meedogenloosbijvoeglijk naamwoord

relentless (unremitting, steady and persistent)
adjective
[UK: rɪ.ˈlent.ləs]
[US: rə.ˈlent.ləs]

voortdurendbijvoeglijk naamwoord

unrelenting (not relenting)
adjective
[UK: ˌʌn.rɪ.ˈlent.ɪŋ]
[US: ˌʌn.ri.ˈlent.ɪŋ]

meedogenloosbijvoeglijk naamwoord