Angol-Holland szótár »

lute hollandul

AngolHolland
absolutely (yes; certainly)
interjection
[UK: ˈæb.sə.luːt.li]
[US: ˌæb.sə.ˈluːt.li]

werkelijkinterjection

zekerinterjection

absoluteness (the fact free from any conditions or other beings)
noun
[UK: ˈæb.sə.luːt.nəs]
[US: ˈæb.sə.ˌluːt.nəs]

absoluutheidsubstantief
{m}

onbeperktheidsubstantief
{m}

volstrektheidsubstantief
{m}

convoluted (complex)
adjective
[UK: ˌkɒn.və.ˈluː.tɪd]
[US: ˈkɑːn.və.ˌluː.təd]

gecompliceerdbijvoeglijk naamwoord

ingewikkeldbijvoeglijk naamwoord

dilute [diluted, diluting, dilutes] (to add more of a solvent to a solution; especially to add more water)
verb
[UK: daɪ.ˈljuːt]
[US: daɪ.ˈluːt]

verdunnenwerkwoord

dissolute adjective
[UK: ˈdɪ.sə.luːt]
[US: ˈdɪ.sə.luːt]

losbandigbijvoeglijk naamwoord

flute [flutes] (architecture: vertical groove in a pillar)
noun
[UK: fluːt]
[US: ˈfluːt]

canneluresubstantief
{f}

flute [fluted, fluting, flutes] (to play flute)
verb
[UK: fluːt]
[US: ˈfluːt]

fluitenwerkwoord

flute [flutes] (woodwind instrument)
noun
[UK: fluːt]
[US: ˈfluːt]

fluitsubstantief

fluted (decorated with flutes)
adjective
[UK: ˈfluː.tɪd]
[US: ˈfluː.tɪd]

gegolfdbijvoeglijk naamwoord

gegroefdbijvoeglijk naamwoord

genitive absolute (independent genitive phrase)
noun

absolute genitiefsubstantief
{m}

genitivus absolutussubstantief
{m}

gluteal cleft [gluteal clefts] (cleft between buttocks)
noun
[UK: ɡlˈuːtiəl klˈeft]
[US: ɡlˈuːɾiəl klˈeft]

bilnaadsubstantief
{m}

bilspleetsubstantief
{f}

gluten [glutens] (cereal protein)
noun
[UK: ˈɡluː.tən]
[US: ˈɡluː.tən]

glutensubstantief

gluteus maximus (the largest of the muscles of each buttock)
noun

grote bilspiersubstantief
{m} {f}

Nazi salute (greeting in Nazi Germany)
noun

Hitlergroetsubstantief
{m}

nazigroetsubstantief
{m}

solute [solutes] (substance that is dissolved in a solvent)
noun
[UK: ˈsɒ.ljuːt]
[US: ˈsɑː.ljuːt]

opgeloste stofsubstantief

undiluted (free from extraneous elements)
adjective
[UK: ˌʌn.daɪ.ˈljuː.tɪd]
[US: ˌʌn.də.ˈluː.təd]

zuiverbijvoeglijk naamwoord

zuiverebijvoeglijk naamwoord

undiluted (not diluted)
adjective
[UK: ˌʌn.daɪ.ˈljuː.tɪd]
[US: ˌʌn.də.ˈluː.təd]

onverdundbijvoeglijk naamwoord

onverdundebijvoeglijk naamwoord

volute (spiral on Ionic capital)
noun
[UK: və.ˈljuːt]
[US: və.ˈljuːt]

voluutsubstantief
{f}

12