Angol-Holland szótár »

loud hollandul

AngolHolland
loud [louder, loudest] (noisy)
adjective
[UK: laʊd]
[US: ˈlaʊd]

luidruchtigbijvoeglijk naamwoord

luidruchtigebijvoeglijk naamwoord

loud [louder, loudest] (of a colour, clothing, etc.)
adjective
[UK: laʊd]
[US: ˈlaʊd]

felbijvoeglijk naamwoord

schreeuwerigbijvoeglijk naamwoord

vloekendbijvoeglijk naamwoord

loud [louder, loudest] (of a sound)
adjective
[UK: laʊd]
[US: ˈlaʊd]

hardbijvoeglijk naamwoord

hardebijvoeglijk naamwoord

luidbijvoeglijk naamwoord

luidebijvoeglijk naamwoord

loudmouth (one who talks too much or too loudly)
noun
[UK: ˈlaʊd.maʊθ]
[US: ˈlaʊd.ˌmaʊθ]

druktemakersubstantief
{m}

loudspeaker [loudspeakers] (transducer)
noun
[UK: laʊd.ˈspiːkə(r)]
[US: ˈlaʊd.ˌspikər]

luidsprekersubstantief
{m}

actions speak louder than words (actions indicate true sentiments)
phrase

daden zeggen meer dan woordenphrase

actions speak louder than words (it is more effective to act than speak)
phrase

geen woorden maar daden; daden zeggen meer dan woordenphrase

niet lullen maar poetsenphrase

cloud nine (state of bliss)
noun
[UK: klaʊd naɪn]
[US: ˈklaʊd ˈnaɪn]

zevende hemelsubstantief

cloudberry (fruit)
noun
[UK: ˈklaʊd.ˌbe.rɪ]
[US: ˈklaʊd.ˌbe.riː]

gele bosbraamsubstantief

kruipbraamsubstantief

cloudburst [cloudbursts] (sudden heavy rainstorm)
noun
[UK: ˈklaʊd.bɜːst]
[US: ˈklaʊd.ˌbərst]

wolkbreuksubstantief
{f}

clouded (filled with clouds)
adjective
[UK: ˈklaʊ.dɪd]
[US: ˈklaʊ.dəd]

bewolktbijvoeglijk naamwoord

clouded leopard (medium sized arboreal cat)
noun

nevelpantersubstantief
{m}

cloudy [cloudier, cloudiest] (covered with or characterised by clouds)
adjective
[UK: ˈklaʊ.di]
[US: ˈklaʊ.di]

bewolktbijvoeglijk naamwoord

cloudless (without any clouds)
adjective
[UK: ˈklaʊd.ləs]
[US: ˈklaʊd.ləs]

onbewolktbijvoeglijk naamwoord

wolkeloosbijvoeglijk naamwoord

every cloud has a silver lining (in every bad situation there is an element of good)
phrase
[UK: ˈev.ri klaʊd hæz ə ˈsɪl.və(r) ˈlaɪn.ɪŋ]
[US: ˈev.ri ˈklaʊd ˈhæz ə ˈsɪl.vər ˈlaɪn.ɪŋ]

achter de wolken schijnt de zonphrase

dat dan weer welphrase

elk nadeel heeft zijn voordeelphrase

na regen komt zonneschijnphrase

every silver lining has a cloud (every good situation has the potential to turn bad)
phrase

elk voordeel heeft zijn nadeelphrase

head in the clouds phrase
[UK: hed ɪn ðə klaʊdz]
[US: ˈhed ɪn ðə ˈklaʊdz]

met je hoofd in de wolken zittenphrase

mushroom cloud (mushroom-shaped cloud)
noun
[UK: ˈmʌ.ʃrʊm klaʊd]
[US: ˈmʌ.ʃruːm ˈklaʊd]

paddenstoelwolksubstantief
{f}

Oort Cloud (cloud of comets in the Solar System)
proper noun

Oortwolkeigennam
{f}

out loud (aloud, audibly, not silently)
adverb
[UK: ˈaʊt laʊd]
[US: ˈaʊt ˈlaʊd]

hardopbijwoord

luidopbijwoord

voorlezenbijwoord

rain cloud (cloud from which rain is falling)
noun
[UK: reɪn klaʊd]
[US: ˈreɪn ˈklaʊd]

nimbuswolksubstantief
{f}

regenwolksubstantief
{f}

storm cloud (rain cloud with potential to bring a storm)
noun

onweerswolksubstantief
{f}

think aloud (utter one's thoughts)
verb

hardop denkenwerkwoord