Angol-Holland szótár »

lone hollandul

AngolHolland
lone (having no companion)
adjective
[UK: ləʊn]
[US: ˈloʊn]

alleenbijvoeglijk naamwoord

lonely [lonelier, loneliest] (of person: unhappy by feeling isolated)
adjective
[UK: ˈləʊn.li]
[US: ˈloʊn.li]

alleenbijvoeglijk naamwoord

alleenigbijvoeglijk naamwoord

allenigbijvoeglijk naamwoord

eenzaambijvoeglijk naamwoord

loneliness (condition of being lonely)
noun
[UK: ˈləʊn.lɪ.nəs]
[US: ˈloʊn.li.nəs]

eenzaamheidsubstantief
{f}

loner [loners] (one who lacks or avoids company)
noun
[UK: ˈləʊ.nə(r)]
[US: ˈloʊ.nər]

eenlingsubstantief
{m}

eenzaatsubstantief
{m}

abalone [abalones] (edible univalve mollusc)
noun
[UK: ˌæ.bə.ˈləʊ.ni]
[US: ˌæ.bəˈlo.ʊ.ni]

abalonesubstantief
{m}

zeeoorsubstantief

alone (by oneself)
adverb
[UK: ə.ˈləʊn]
[US: əˈloʊn]

alleenbijwoord

anticyclone [anticyclones] (system of winds)
noun
[UK: ˌæn.ti.ˈsaɪ.kləʊn]
[US: ˌæn.ti.ˈsaɪkloʊn]

hogedrukgebiedsubstantief

baloney (nonsense, see also: nonsense)
noun
[UK: bə.ˈləʊn.i]
[US: bə.ˈloʊn.i]

nonsenssubstantief
{m}

onzinsubstantief
{m}

Ceylonese (native of Ceylon)
noun
[UK: sˌeɪləʊnˈiːz]
[US: sˌeɪloʊnˈiːz]

Ceyloneessubstantief
{m}

Ceylonesesubstantief
{f}

Ceylonese (of Ceylon)
adjective
[UK: sˌeɪləʊnˈiːz]
[US: sˌeɪloʊnˈiːz]

Ceyloneesbijvoeglijk naamwoord

clone [cloned, cloning, clones] (create a clone)
verb
[UK: kləʊn]
[US: ˈkloʊn]

klonenwerkwoord

clone [clones] (living organism (originally a plant))
noun
[UK: kləʊn]
[US: ˈkloʊn]

kloonsubstantief

colonel [colonels] (commissioned office in the armed services)
noun
[UK: ˈkɜːn.l̩]
[US: ˈkɝː.nl̩]

kolonelsubstantief
{m}

cyclone [cyclones] (rotating system of winds)
noun
[UK: ˈsaɪ.kləʊn]
[US: sɪˈkloʊn]

cycloonsubstantief
{m}

wervelstormsubstantief
{m}

leave alone (to stop bothering)
verb
[UK: liːv ə.ˈləʊn]
[US: ˈliːv əˈloʊn]

met rust latenwerkwoord

leave me alone (stop talking to me)
phrase

laat me met rustphrase

let alone (leave alone)
verb
[UK: let ə.ˈləʊn]
[US: ˈlet əˈloʊn]

met rust latenwerkwoord

let alone (to say nothing of)
conjunction
[UK: let ə.ˈləʊn]
[US: ˈlet əˈloʊn]

gezwegen vanvoegwoord

laat staanvoegwoord

om maar te zwijgen vanvoegwoord

tropical cyclone ((broad sense))
noun

tropische cycloonsubstantief
{m}