Angol-Holland szótár »

knot hollandul

AngolHolland
knot [knots] (difficult situation)
noun
[UK: nɒt]
[US: ˈnɑːt]

de knoopsubstantief
{m}

knoeisubstantief
{m}

knot [knots] (firm swollen tissue caused by injury)
noun
[UK: nɒt]
[US: ˈnɑːt]

blutssubstantief

builsubstantief

knot [knotted, knotting, knots] (form into a knot; tie with knot(s))
verb
[UK: nɒt]
[US: ˈnɑːt]

aaneenknopenwerkwoord

dichtknopenwerkwoord

knopenwerkwoord

knot [knotted, knotting, knots] (form wrinkles in forehead)
verb
[UK: nɒt]
[US: ˈnɑːt]

fronsenwerkwoord

knot [knots] (looping)
noun
[UK: nɒt]
[US: ˈnɑːt]

knoopsubstantief
{m}

knotsubstantief
{f} {m}

knot [knots] (tangled clump)
noun
[UK: nɒt]
[US: ˈnɑːt]

kluwensubstantief
{n}

knot [knots] (whorl in wood left by branch)
noun
[UK: nɒt]
[US: ˈnɑːt]

knoestsubstantief
{m}

knot theory (branch of topology)
noun
[UK: nɒt ˈθɪə.ri]
[US: ˈnɑːt ˈθɪ.ri]

knopentheoriesubstantief
{f}

knotty [knottier, knottiest] (complicated or tricky, see also: complex; difficult)
adjective
[UK: ˈnɒ.ti]
[US: ˈnɑː.ti]

ingewikkeldbijvoeglijk naamwoord

banknote (paper currency)
noun
[UK: ˈbæŋk.nəʊt]
[US: ˈbæŋknoʊt]

bankbiljetsubstantief
{n}

biljetsubstantief
{n}

Gordian knot (intricate problem)
noun
[UK: ˈɡɔː.dɪən nɒt]
[US: ˈɡɔːr.diən ˈnɑːt]

gordiaanse knoopsubstantief
{m}

Japanese knotweed (Fallopia japonica)
noun
[UK: ˌdʒæ.pə.ˈniːz]
[US: ˌdʒæ.pə.ˈniːz]

japanse duizendknoopsubstantief

reef knot (type of knot)
noun

platte knoopsubstantief
{m}

slip knot (knot which attaches a line to an object and tightens when pressure is applied)
noun

strop [stroppen]substantief
{m}