Angol-Holland szótár »

kings hollandul

AngolHolland
Kings (book of the Bible)
proper noun
[UK: kɪŋz]
[US: ˈkɪŋz]

Koningeneigennam

king [kings] ((draughts, checkers) a piece that reached the farthest row forward)
noun
[UK: kɪŋ]
[US: ˈkɪŋ]

dam [dammen]substantief
{m}

king [kings] (a male of a royal family who is the supreme ruler of his nation)
noun
[UK: kɪŋ]
[US: ˈkɪŋ]

koningsubstantief
{m}

king [kings] (a playing card with the image of a king in it)
noun
[UK: kɪŋ]
[US: ˈkɪŋ]

heer [heren]substantief
{m}

kingship (state of being a king)
noun
[UK: ˈkɪŋ.ʃɪp]
[US: ˈkɪŋ.ˌʃɪp]

koningschapsubstantief
{n}

Kingston (capital of Jamaica)
proper noun
[UK: ˈkɪŋ.stən]
[US: ˈkɪŋ.stən]

Kingstoneigennam
{n}

Kingstown (capital of Saint Vincent and the Grenadines)
proper noun
[UK: ˈkɪŋzˌtaʊn]
[US: ˈkɪŋzˌtaʊn]

Kingstowneigennam
{n}

booking [bookings] (reservation for a service)
noun
[UK: ˈbʊkɪŋ]
[US: ˈbʊkɪŋ]

reservatiesubstantief

booking [bookings] (sports: issuing of a caution)
noun
[UK: ˈbʊkɪŋ]
[US: ˈbʊkɪŋ]

boekensubstantief
{n}

booking [bookings] (writing something in (a) book(s))
noun
[UK: ˈbʊkɪŋ]
[US: ˈbʊkɪŋ]

boekingsubstantief

hijacking [hijackings] (act of one who hijacks)
noun
[UK: ˈhaɪ.dʒækɪŋ]
[US: ˈhaɪ.ˌdʒækɪŋ]

gijzelingsubstantief
{f}

kapingsubstantief
{f}

king of kings (king who has other kings as subjects, see also: shahanshah)
noun

koning der koningensubstantief

nitpicking [nitpickings] (any process of finding or pointing out tiny details or errors)
noun
[UK: ˈnɪt.ˌpɪkɪŋ]
[US: ˈnɪt.ˌpɪkɪŋ]

miereneukensubstantief
{m}

muggenziftensubstantief
{m}

ranking [rankings] (placement in a list)
noun
[UK: ˈræŋkɪŋ]
[US: ˈræŋkɪŋ]

klassementsubstantief
{n}

plaatssubstantief
{f}

rangsubstantief
{m}

rangschikkingsubstantief
{f}

rankingsubstantief
{f}

spanking [spankings] (form of physical punishment)
noun
[UK: ˈspæŋkɪŋ]
[US: ˈspæŋkɪŋ]

billenkoeksubstantief

pak voor de broeksubstantief
{n}

voor de billen gevensubstantief
{n}

stocking [stockings] (garment (for translations of "sock", see sock))
noun
[UK: ˈstɒkɪŋ]
[US: ˈstɑːkɪŋ]

koussubstantief
{f}

Viking [Vikings] (One of the Scandinavian seafaring warriors)
noun
[UK: ˈvaɪkɪŋ]
[US: ˈvaɪkɪŋ]

vikingsubstantief
{m}