Angol-Holland szótár »

era hollandul

AngolHolland
beverage [beverages] (drink)
noun
[UK: ˈbe.və.rɪdʒ]
[US: ˈbe.və.rɪdʒ]

drankjesubstantief
{n}

bicameral (having two separate legislative chambers)
adjective
[UK: ˌbaɪˈk.æ.mə.rəl]
[US: ˌbaɪˈk.æ.mə.rəl]

bikameraalbijvoeglijk naamwoord

tweekamerhigbijvoeglijk naamwoord

bilateral (having two sides)
adjective
[UK: ˌbaɪ.ˈlæ.tə.rəl]
[US: baɪ.ˈlæ.tə.rəl]

tweezijdigbijvoeglijk naamwoord

binary operator (operator taking two operands)
noun

binaire operatorsubstantief
{m}

body camera (video recording system worn on the body)
noun

bodycamsubstantief

body temperature [body temperatures] (the current temperature of the body of a person or animal)
noun
[UK: ˈbɒ.di ˈtem.prə.tʃə(r)]
[US: ˈbɑː.di ˈtem.prə.tʃər]

lichaamstemperatuursubstantief
{f}

boomerang [boomerangs] (flat curved airfoil)
noun
[UK: ˈbuː.mə.ræŋ]
[US: ˈbuː.mə.ˌræŋ]

boemerangsubstantief
{m}

camera [cameras] (still camera)
noun
[UK: ˈkæ.mə.rə]
[US: ˈkæ.mə.rə]

camerasubstantief
{m}

fotoapparaatsubstantief
{n}

fototoestelsubstantief
{n}

caravanserai [caravanserais] (an inn having a central courtyard where caravans can rest)
noun
[UK: ˌkæ.rə.ˈvæn.sə.raɪ]
[US: ˌkæ.rə.ˈvæn.sə.raɪ]

karavanseraisubstantief

cardinal numeral (grammar: word used to represent a cardinal number)
noun
[UK: ˈkɑː.dɪn.l̩ ˈnjuː.mə.rəl]
[US: ˈkɑːr.dɪn.l̩ ˈnuː.mə.rəl]

hoofdtelwoordsubstantief
{n}

ceramic (material)
noun
[UK: sə.ˈræ.mɪk]
[US: sə.ˈræ.mɪk]

keramieksubstantief
{f}

chelicera noun

cheliceersubstantief

chemotherapy [chemotherapies] (therapeutic chemical treatment)
noun
[UK: ˌke.məʊ.ˈθe.rə.pi]
[US: ˌkemo.ʊ.ˈθe.rə.pi]

chemosubstantief
{f}

chemokuursubstantief
{f}

chemotherapiesubstantief
{f}

cholera (infectious disease)
noun
[UK: ˈkɒ.lə.rə]
[US: ˈkɑː.lə.rə]

cholerasubstantief

cogeneration (simultaneous or serial production of heat and electricity from the same source)
noun
[UK: koˌdʒe.nə.ˈreɪ.ʃən]
[US: koˌdʒe.nə.ˈreɪ.ʃən]

warmte-krachtkoppelingsubstantief

cognitive behavioral therapy (psychotherapeutic approach)
noun

cognitieve gedragstherapiesubstantief
{f}

collateral (aside from the main subject, target)
adjective
[UK: kə.ˈlæ.tə.rəl]
[US: kə.ˈlæ.tə.rəl]

bij-bijvoeglijk naamwoord

bijkomstigbijvoeglijk naamwoord

hulp-bijvoeglijk naamwoord

subsidiairbijvoeglijk naamwoord

collateral [collaterals] (branch of a bodily part)
noun
[UK: kə.ˈlæ.tə.rəl]
[US: kə.ˈlæ.tə.rəl]

vertakkingsubstantief
{?}

collateral [collaterals] (collateral relative)
noun
[UK: kə.ˈlæ.tə.rəl]
[US: kə.ˈlæ.tə.rəl]

nevenverwantsubstantief
{m}

zijdelings verwantsubstantief
{m}

collateral (corresponding, accompanying)
adjective
[UK: kə.ˈlæ.tə.rəl]
[US: kə.ˈlæ.tə.rəl]

begeleidendbijvoeglijk naamwoord

collateral (parallel, along the same vein)
adjective
[UK: kə.ˈlæ.tə.rəl]
[US: kə.ˈlæ.tə.rəl]

collateraalbijvoeglijk naamwoord

neven-bijvoeglijk naamwoord

zijdelingsbijvoeglijk naamwoord

collateral (related to an obligation or security)
adjective
[UK: kə.ˈlæ.tə.rəl]
[US: kə.ˈlæ.tə.rəl]

zekerheidbijvoeglijk naamwoord
{f}

collateral [collaterals] (security or guarantee)
noun
[UK: kə.ˈlæ.tə.rəl]
[US: kə.ˈlæ.tə.rəl]

onderpandsubstantief
{n}

pand [panden]substantief
{n}

zekerheidsubstantief
{f}

collateral [collaterals] (thinner blood vessel)
noun
[UK: kə.ˈlæ.tə.rəl]
[US: kə.ˈlæ.tə.rəl]

collateraalsubstantief
{n}

collateral damage noun

nevenschadesubstantief
{f}

randschadesubstantief
{f}

collateral form (coexisting form of a word)
noun

nevenvormsubstantief

123