Angol-Holland szótár »
educe hollandul
| Angol | Holland |
|---|---|
| educe [educed, educing, educes] (draw out, bring forth; elicit) verb [UK: ɪ.ˈdjuːs] [US: ɪ.ˈdjuːs] | oproepenwerkwoord |
| educe [educed, educing, educes] (to infer, deduce) verb [UK: ɪ.ˈdjuːs] [US: ɪ.ˈdjuːs] | afleidenwerkwoord deducerenwerkwoord opmakenwerkwoord |
| deduce [deduced, deducing, deduces] (to reach (a conclusion) by applying rules of logic or other forms of reasoning) verb [UK: dɪ.ˈdjuːs] [US: də.ˈduːs] | afleidenwerkwoord deducerenwerkwoord |
| reduce [reduced, reducing, reduces] (to bring down) verb [UK: rɪ.ˈdjuːs] [US: rə.ˈduːs] | reducerenwerkwoord verlagenwerkwoord verminderenwerkwoord |
| reduced (lowered in price) adjective [UK: rɪ.ˈdjuːst] [US: rə.ˈduːst] | aanbiedingbijvoeglijk naamwoord afgeprijsdbijvoeglijk naamwoord gebradeerdbijvoeglijk naamwoord gesoldeerdbijvoeglijk naamwoord inbijvoeglijk naamwoord |
| reduced (made smaller, less) adjective [UK: rɪ.ˈdjuːst] [US: rə.ˈduːst] | gereduceerdbijvoeglijk naamwoord teruggebrachtbijvoeglijk naamwoord verkleindbijvoeglijk naamwoord verminderdbijvoeglijk naamwoord |
| seduce [seduced, seducing, seduces] (to entice or induce someone to engage in a sexual relationship) verb [UK: sɪ.ˈdjuːs] [US: sə.ˈduːs] | verleidenwerkwoord versierenwerkwoord |
