Angol | Holland |
---|---|
eccentric (deviating from the norm) adjective [UK: ek.ˈsen.trɪk] [US: ɪk.ˈsen.trɪk] | afwijkendbijvoeglijk naamwoord buitenissigbijvoeglijk naamwoord excentriekbijvoeglijk naamwoord |
eccentric (not at or in the centre) adjective [UK: ek.ˈsen.trɪk] [US: ɪk.ˈsen.trɪk] | excentrischbijvoeglijk naamwoord |
eccentric [eccentrics] (off-centre wheel) noun [UK: ek.ˈsen.trɪk] [US: ɪk.ˈsen.trɪk] | excentrieksubstantief kolderschijfsubstantief |
eccentric [eccentrics] (person who does not behave like others) noun [UK: ek.ˈsen.trɪk] [US: ɪk.ˈsen.trɪk] | excentriekelingsubstantief |
eccentricity [eccentricities] (a ratio between distances in a conic section) noun [UK: ˌek.sen.ˈtrɪ.sɪ.ti] [US: ˌek.sən.ˈtrɪ.sə.ti] | excentriciteitsubstantief |