Angol-Holland szótár »

cast hollandul

AngolHolland
castaway (nautical: shipwrecked sailor)
noun
[UK: ˈkɑː.stə.weɪ]
[US: ˈkæ.stə.ˌwe]

schipbreukelingsubstantief
{m}

castaway (someone cast out of a group or society)
noun
[UK: ˈkɑː.stə.weɪ]
[US: ˈkæ.stə.ˌwe]

uitgestotenesubstantief
{m} {f}

caste [castes] (hereditary social class)
noun
[UK: kɑːst]
[US: ˈkæst]

kastesubstantief
{m} {f}

castellany noun

kasselrijsubstantief
{f}

Castelnau's antshrike (passerine bird of the antbird family)
noun

Castelnau-mierklauwiersubstantief

Castile (medieval Iberian kingdom)
proper noun
[UK: kæˈstiːl]
[US: kæˈstiːl]

Castiliëeigennam

Castile and León (autonomous community of Spain)
proper noun

Castilië en Leóneigennam

Castile soap (type of soap)
noun
[UK: kˈastaɪl sˈəʊp]
[US: kˈæstaɪl sˈoʊp]

Castilië zeepsubstantief
{f}

Castilian (standard variety of European Spanish)
proper noun
[UK: kastˈɪliən]
[US: kæstˈɪliən]

Castiliaanseigennam
{n}

casting [castings] (manufacturing process using a mold)
noun
[UK: ˈkɑːst.ɪŋ]
[US: ˈkæ.stɪŋ]

gietingsubstantief
{f}

casting [castings] (selection of performers)
noun
[UK: ˈkɑːst.ɪŋ]
[US: ˈkæ.stɪŋ]

auditiesubstantief
{f}

castle (chess)
verb
[UK: ˈkɑːs.l̩]
[US: ˈkæs.l̩]

rokerenwerkwoord

castle [castles] (fortified building)
noun
[UK: ˈkɑːs.l̩]
[US: ˈkæs.l̩]

burchtsubstantief
{f}

fortsubstantief
{n}

kasteelsubstantief
{n}

slot [sloten]substantief
{n}

castle in the air (desire, idea, or plan unlikely to ever be realized)
noun
[UK: ˈkɑːs.l̩ ɪn ðə eə(r)]
[US: ˈkæs.l̩ ɪn ðə ˈer]

luchtkasteelsubstantief
{n}

castling (move in chess)
noun
[UK: ˈkɑːs.l̩.ɪŋ]
[US: ˈkæs.l̩.ɪŋ]

rokadesubstantief
{f}

castor bean tick [castor bean ticks] (Iduna rama)
noun
[UK: ˈkɑː.stə(r) biːn tɪk]
[US: ˈkæ.stər ˈbiːn ˈtɪk]

schapenteeksubstantief
{f}

castor oil plant (Ricinus communis)
noun

wonderboomsubstantief
{m}

wonderolieboomsubstantief
{m}

castoreum (castor sac exudate)
noun
[UK: kˌastɔːrˈiːəm]
[US: kˌæstoːrˈiːəm]

bevergeilsubstantief
{n}

castoreumsubstantief
{n}

castrate [castrated, castrating, castrates] (remove the testicles of)
verb
[UK: kæ.ˈstreɪt]
[US: ˈkæ.ˌstret]

castrerenwerkwoord

castrato [castrati] (male soprano or alto voice; the singer)
noun

castraatzangersubstantief
{m}

castratosubstantief
{m}

castrato [castrati] (male who has been castrated)
noun

castraatsubstantief
{m}

gecastreerdesubstantief
{m}

castration [castrations] (act of removing the testicles)
noun
[UK: kæ.ˈstreɪʃ.n̩]
[US: ˌkæ.ˈstreɪʃ.n̩]

castratiesubstantief
{f}

castrato (adjective: castrated)
adjective

gecastreerdbijvoeglijk naamwoord

castrato (having, using or containing the voice of a castrato)
adjective

castraat-bijvoeglijk naamwoord

castrato-bijvoeglijk naamwoord

bouncing castle (inflatable structure on which children jump and play)
noun
[UK: ˈbaʊns.ɪŋ ˈkɑːs.l̩]
[US: ˈbaʊns.ɪŋ ˈkæs.l̩]

luchtkussensubstantief
{n}

springkasteelsubstantief
{n}

springkussensubstantief
{n}

broadcast [broadcasts] (act of scattering seed)
noun
[UK: ˈbrɔːdk.ɑːst]
[US: ˈbrɒdˌkæst]

zaaiensubstantief
{n}

broadcast (cast or scattered widely)
adjective
[UK: ˈbrɔːdk.ɑːst]
[US: ˈbrɒdˌkæst]

wijdverspreidbijvoeglijk naamwoord

broadcast [broadcasts] (programme transmitted)
noun
[UK: ˈbrɔːdk.ɑːst]
[US: ˈbrɒdˌkæst]

programmasubstantief
{n}

broadcast [broadcasted, broadcasted, broadcasting, broadcasts] (to sow seeds over a wide area)
verb
[UK: ˈbrɔːdk.ɑːst]
[US: ˈbrɒdˌkæst]

uitzaaienwerkwoord

broadcast [broadcasted, broadcasted, broadcasting, broadcasts] (to transmit a message or signal through radio waves or electronic means)
verb
[UK: ˈbrɔːdk.ɑːst]
[US: ˈbrɒdˌkæst]

omroepenwerkwoord

123