Nederlands-Engels woordenboek »

zwijgen betekenis in Engels

NederlandsEngels
zwijgen werkwoord

be silent(refrain from speaking)
verb

clam up(become silent)
verb
[UK: klæm ʌp] [US: ˈklæm ʌp]

keep quiet(remain silent)
verb
[UK: kiːp ˈkwaɪət] [US: ˈkiːp ˈkwaɪət]

shut up(intransitive: to stop talking or making noise)
verb
[UK: ʃʌt ʌp] [US: ˈʃət ʌp]

zwijgen substantief
{n}

silence [silences](right to not speak during arrest)
noun
[UK: ˈsaɪ.ləns] [US: ˈsaɪ.ləns]

zwijgen is goud phrase

speech is silver, silence is golden(proverb)
phrase

zwijgend bijvoeglijk naamwoord

silent(not speaking; indisposed to talk; speechless; mute; taciturn)
adjective
[UK: ˈsaɪ.lənt] [US: ˈsaɪ.lənt]

iemand het zwijgen opleggen bijvoeglijk naamwoord

withering(tending to make someone feel small)
adjective
[UK: ˈwɪ.ðər.ɪŋ] [US: ˈwɪ.ðər.ɪŋ]

om maar te zwijgen van voegwoord

let alone(to say nothing of)
conjunction
[UK: let ə.ˈləʊn] [US: ˈlet əˈloʊn]

om nog maar te zwijgen van voegwoord

not to mention(much less)
conjunction

stilzwijgen substantief
{n}

silence [silences](not speaking as meditation or prayer)
noun
[UK: ˈsaɪ.ləns] [US: ˈsaɪ.ləns]

stilzwijgend bijvoeglijk naamwoord

tacit(done or made in silence; implied, but not expressed; silent)
adjective
[UK: ˈtæ.sɪt] [US: ˈtæ.sət]

stilzwijgende instemming substantief
{f}

acquiescence(silent or passive assent)
noun
[UK: ˌæ.kwi.ˈesns] [US: ˌæ.kwi.ˈe.səns]

stilzwijgende overeenkomst substantief
{f}

gentleman's agreement(usually unwritten agreement not bound by law but by honour)
noun

verzwijgen werkwoord

feign [feigned, feigning, feigns](to hide, conceal, or dissemble)
verb
[UK: feɪn] [US: ˈfeɪn]

hush up(to keep secret)
verb
[UK: hʌʃ ʌp] [US: ˈhəʃ ʌp]

Zoek geschiedenis