Nederlands-Engels woordenboek »

geheel betekenis in Engels

NederlandsEngels
geheel substantief

aggregate [aggregates](a mass, assemblage, or sum of particulars)
noun
[UK: ˈæ.ɡrɪ.ɡət] [US: ˈæ.ɡrə.ɡət]

geheel bijvoeglijk naamwoord

entire(whole)
adjective
[UK: ɪn.ˈtaɪə(r)] [US: en.ˈtaɪər]

integral(math: of, pertaining to, or being an integer)
adjective
[UK: ˈɪn.tɪ.ɡrəl] [US: ˈɪn.tə.ɡrəl]

total(entire)
adjective
[UK: ˈtəʊt.l̩] [US: ˈtoʊt.l̩]

geheel bijwoord

altogether(without exception; wholly; completely)
adverb
[UK: ˌɔːl.tə.ˈɡeð.ə(r)] [US: ˌɒl.tə.ˈɡeð.r̩]

entirely(to the full extent)
adverb
[UK: ɪn.ˈtaɪə.li] [US: en.ˈtaɪər.li]

geheel doen opgaand bijvoeglijk naamwoord

engrossing(absorbing)
adjective
[UK: ɪn.ˈɡrəʊs.ɪŋ] [US: ɪnˈɡro.ʊs.ɪŋ]

geheel getal substantief
{n}

integer [integers](a number that is not a fraction)
noun
[UK: ˈɪn.tɪ.dʒə(r)] [US: ˈɪn.tə.dʒər]

geheel op zichzelf staand bijwoord

absolutely(in a manner that does not take an object)
adverb
[UK: ˈæb.sə.luːt.li] [US: ˌæb.sə.ˈluːt.li]

geheelonthouder substantief
{m}

teetotaler [teetotalers](person who completely abstains from alcohol)
noun
[UK: tiːˈtəʊtlə ] [US: ˌtiˌtoʊˈteɪlər ]

geheelonthouding substantief
{f}

abstinence(specifically, abstinence from alcohol)
noun
[UK: ˈæb.stɪ.nəns] [US: ˈæb.stə.nəns]

geheelonthoudster substantief
{f}

teetotaler [teetotalers](person who completely abstains from alcohol)
noun
[UK: tiːˈtəʊtlə ] [US: ˌtiˌtoʊˈteɪlər ]

algeheel bijvoeglijk naamwoord

complete [completer, completest](with everything included)
adjective
[UK: kəm.ˈpliːt] [US: kəm.ˈpliːt]

over het geheel genomen bijwoord

by and large(mostly, generally; with few exceptions)
adverb
[UK: baɪ ənd lɑːdʒ] [US: baɪ ænd ˈlɑːrdʒ]

↑

Zoek geschiedenis

    Online woordenboeken

    Meer curiosa