German-Dutch dictionary »

rat meaning in Dutch

German	Dutch
die Plutokratie [der Plutokratie; die Plutokratien] Substantiv	plutocratiesubstantief
das Porträt [des Porträts, des Porträtes; die Porträts, die Porträte] Substantiv	beelteniso evenbeeldo portret [portretten]o
Präterium	praeterium verledentijd
die Pratze [der Pratze; die Pratzen] Substantiv	knuistsubstantief
das Protektorat [des Protektorat(e)s; die Protektorate] Substantiv	protectoraato
die Quadratur [der Quadratur; die Quadraturen] Substantiv	kwadratuursubstantief
das Referat [des Referates, des Referats; die Referate] Substantiv	exposéo meldingo rapporto referaato verslago
die Regeneration [der Regeneration; die Regenerationen] Substantiv	regeneratiesubstantief
die Reparatur [der Reparatur; die Reparaturen] Substantiv	herstelsubstantief reparatiesubstantief ribbenkastsubstantief
die Restauration [der Restauration; die Restaurationen] Substantiv	eethuissubstantief restaurantsubstantief restauratiesubstantief
das Rückgrat [des Rückgrats, des Rückgrates; die Rückgrate] Substantiv	ruggegraato spino wervelkolomo
seperat	afgezonderd afzonderlijk bijzonder los
sich beraten	beraadslagenwerkwoord confererenwerkwoord ruggespraakhouden
sich verheiraten	inhethuwelijktreden trouwen
die Strategie [der Strategie; die Strategien] Substantiv	krijgskundesubstantief strategiesubstantief
die Temperatur [der Temperatur; die Temperaturen] Substantiv	temperatuursubstantief
die Theokratie [der Theokratie; die Theokratien] Substantiv	theocratiesubstantief
treten [trat; hat/ist getreten] Verb	gaanv lopenv marcherenv

Default dictionary:
Theme
Change language (English)
Own wordlists
- -
Dictionaries
Extras
Impressum
Feedback
Help
News
Data Protection
Terms