English-Dutch dictionary »

you meaning in Dutch

EnglishDutch
I love you (affirmation of romantic feeling)
phrase
[UK: ˈaɪ ˈlʌv juː]
[US: ˈaɪ ˈlʌv ˈjuː]

ik heb je liefphrase

ik hou van uphrase

ik houd van jephrase

ik houd van jouphrase

ik zie je graagphrase

ik zie u graagphrase

I love you (platonic expression of inclination or liking)
phrase
[UK: ˈaɪ ˈlʌv juː]
[US: ˈaɪ ˈlʌv ˈjuː]

ik heb u graagphrase

I miss you phrase
[UK: ˈaɪ mɪs juː]
[US: ˈaɪ ˈmɪs ˈjuː]

ik mis jephrase

ik mis julliephrase

ik mis Uphrase

I told you so (told you so!)
phrase

da's wat ik u gezegd heb he!phrase

wat heb ik je gezegd?phrase

I'd like to kiss you phrase

ik wil je kussenphrase

ik wil je zoenenphrase

I'm fine, thank you (expected, polite response to How are you?)
phrase
[UK: aɪm faɪn θæŋk juː]
[US: ˈaɪm ˈfaɪn ˈθæŋk ˈjuː]

dank uphrase

met mij gaat het goedphrase

I'm in love with you (declaration of romantic feeling)
phrase
[UK: aɪm ɪn ˈlʌv wɪð juː]
[US: ˈaɪm ɪn ˈlʌv wɪθ ˈjuː]

ik ben verliefd op jephrase

ik ben verliefd op jouphrase

I'm rubber, you're glue phrase

wat je zegt ben je zelfphrase

if I were you (advice introduction)
phrase
[UK: ɪf ˈaɪ wɜː(r) juː]
[US: ˈɪf ˈaɪ wər ˈjuː]

als ik jou wasphrase

als ik u wasphrase

in-your-face (aggressively or blatantly confrontational)
adjective

gedurfdbijvoeglijk naamwoord

layout [layouts] (act of laying out)
noun
[UK: ˈleɪaʊt]
[US: ˈleɪ.ˌɑːwt]

indelensubstantief
{n}

layout [layouts] (map or a drawing of a construction site)
noun
[UK: ˈleɪaʊt]
[US: ˈleɪ.ˌɑːwt]

plansubstantief
{n}

layout [layouts] (process of arranging media content for publishing)
noun
[UK: ˈleɪaʊt]
[US: ˈleɪ.ˌɑːwt]

lay-outsubstantief
{m}

opzet [opzetten]substantief
{m}

layout [layouts] (structured arrangement of items)
noun
[UK: ˈleɪaʊt]
[US: ˈleɪ.ˌɑːwt]

indelingsubstantief
{f}

make yourself at home phrase

doe alsof je thuis bentphrase

may the Force be with you (wish someone luck)
phrase
[UK: meɪ ðə fɔːs bi wɪð juː]
[US: ˈmeɪ ðə ˈfɔːrs bi wɪθ ˈjuː]

moge de Kracht met u zijnphrase

no thank you (polite way of saying no)
interjection
[UK: nəʊ θæŋk juː]
[US: ˈnoʊ ˈθæŋk ˈjuː]

nee dank uinterjection

not on your life (an emphatic negative)
adverb

nooit van mijn levenbijwoord

on your mark, get set, go (three-command start of racing)
phrase
[UK: ɒn jɔː(r) mɑːk ˈɡet set ɡəʊ]
[US: ɑːn ˈjɔːr ˈmɑːrk ˈɡet ˈset ˈɡoʊ]

af!phrase

klaarphrase

op uw plaatsenphrase

on your marks (Interjection used to start a race, followed by "Get set, go!" or "Set, go!".)
interjection

op uw plaatseninterjection

pleased to meet you (polite formula used when being introduced to somebody)
phrase
[UK: pliːzd tuː miːt juː]
[US: ˈpliːzd ˈtuː ˈmiːt ˈjuː]

aangenaamphrase

aangenaam met u kennis te makenphrase

aangenaam om met u kennis te makenphrase

aangename kennismakingphrase

same to you (I wish to you what you have just wished to me)
phrase

insgelijksphrase

3456

Your history