English-Dutch dictionary »

walleye meaning in Dutch

EnglishDutch
walleye [walleyes] (Sander vitreus)
noun
[UK: ˈwɒ.ˌlaɪ]
[US: ˈwɒ.ˌlaɪ]

Amerikaanse snoekbaarssubstantief
{m}

breedbekbaarssubstantief
{m}

walleye [walleyes] (sideways-looking misaligned eye)
noun
[UK: ˈwɒ.ˌlaɪ]
[US: ˈwɒ.ˌlaɪ]

divergent strabismesubstantief
{n}

walleyed (having bulging eyes)
adjective
[UK: ˈwɔːlaɪd]
[US: ˈwɔːlaɪd]

uitpuilende ogenbijvoeglijk naamwoord

walleyed (having eyes of different colour)
adjective
[UK: ˈwɔːlaɪd]
[US: ˈwɔːlaɪd]

ogen met verschillende kleurenbijvoeglijk naamwoord

walleyed (having eyes with a pale coloured iris)
adjective
[UK: ˈwɔːlaɪd]
[US: ˈwɔːlaɪd]

met glasogenbijvoeglijk naamwoord

walleyed (suffering from exotropia)
adjective
[UK: ˈwɔːlaɪd]
[US: ˈwɔːlaɪd]

ogen met divergent strabismebijvoeglijk naamwoord