English-Dutch dictionary »

pion meaning in Dutch

EnglishDutch
pion (particle)
noun
[UK: pion]
[US: ˈpaˌjɑːn]

pionsubstantief
{n}

pioneer [pioneers] (member of a child organization in the Soviet bloc)
noun
[UK: ˌpaɪə.ˈnɪə(r)]
[US: ˌpaɪə.ˈnɪr]

pioneersubstantief
{m}

pioneer [pioneers] (one who goes before)
noun
[UK: ˌpaɪə.ˈnɪə(r)]
[US: ˌpaɪə.ˈnɪr]

pioniersubstantief
{m}

pioneer species noun

pioniersoortsubstantief
{m} {f}

pioneering (involving new ideas or methods)
adjective
[UK: ˌpaɪə.ˈnɪər.ɪŋ]
[US: ˌpaɪə.ˈnɪr.ɪŋ]

baanbrekendbijvoeglijk naamwoord

toonaangevendbijvoeglijk naamwoord

wegbereidendbijvoeglijk naamwoord

champion [champions] (defender of a cause)
noun
[UK: ˈtʃæm.pɪən]
[US: ˈtʃæm.piən]

voorvechtersubstantief
{m}

champion [champions] (someone who has been winner in a contest)
noun
[UK: ˈtʃæm.pɪən]
[US: ˈtʃæm.piən]

kampioensubstantief
{m}

kampioenesubstantief
{f}

champion (something very positive)
adjective
[UK: ˈtʃæm.pɪən]
[US: ˈtʃæm.piən]

eerste klassebijvoeglijk naamwoord

meesterlijkbijvoeglijk naamwoord

champion [championed, championing, champions] (to advocate)
verb
[UK: ˈtʃæm.pɪən]
[US: ˈtʃæm.piən]

voorvechtenwerkwoord

championship [championships] (competition to determine a champion)
noun
[UK: ˈtʃæm.pɪən.ʃɪp]
[US: ˈtʃæm.piən.ˌʃɪp]

kampioenschapsubstantief
{n}

counterespionage (activities to prevent spying)
noun
[UK: ˌkaʊn.tə.ˈre.spɪə.nɑːʒ]
[US: ˌkɑːwn.tə.ˈre.spiənadʒ]

contraspionagesubstantief
{f}

espionage (act of learning secret information through clandestine means)
noun
[UK: ˈe.spɪə.nɑːʒ]
[US: ˈe.spiənadʒ]

spionagesubstantief

industrial espionage (use of clandestine methods to acquire secret information for commercial advantage)
noun

bedrijfsspionagesubstantief

scorpion [scorpions] (any of various arachnids of the order Scorpiones)
noun
[UK: ˈskɔː.pɪən]
[US: ˈskɔːr.piən]

schorpioensubstantief
{m}

scorpionfish [scorpionfishes] (fish)
noun
[UK: ˈskɔː.pɪən fɪʃ]
[US: ˈskɔːr.piən ˈfɪʃ]

schorpioenvissubstantief
{m}

world champion (winner of world cup or world championship)
noun
[UK: wɜːld ˈtʃæm.pɪən]
[US: ˈwɝːld ˈtʃæm.piən]

wereldkampioensubstantief
{m}