English-Dutch dictionary »

per meaning in Dutch

EnglishDutch
per (for each)
preposition
[UK: pɜː(r)]
[US: ˈpɝː]

perpreposition

per annum (in a year)
preposition
[UK: pɜː(r) ˈæ.nəm]
[US: ˈpɝː ˈæ.nəm]

per jaarpreposition

per capita (per person)
adjective
[UK: pɜː(r) pə ˈkæ.pɪ.tə]
[US: ˈpɝː ˈkæ.pə.tə]

per hoofdbijvoeglijk naamwoord

per capita (per person)
adverb
[UK: pɜː(r) pə ˈkæ.pɪ.tə]
[US: ˈpɝː ˈkæ.pə.tə]

per hoofdbijwoord

per se (by itself)
adverb
[UK: pɜː(r) sə]
[US: ˈpɝː ˌsɑːw.ˈθiːst]

an sichbijwoord

op zichbijwoord

per sebijwoord

perceive [perceived, perceiving, perceives] (to become aware of)
verb
[UK: pə.ˈsiːv]
[US: pər.ˈsiːv]

waarnemenwerkwoord

percent [percents] (a part or other object per hundred)
noun
[UK: pə.ˈsent]
[US: pər.ˈsent]

procentsubstantief
{n}

percentual (expressed as a percentage)
adjective
[UK: pəsˈentʃuːəl]
[US: pɚsˈentʃuːəl]

procentueelbijvoeglijk naamwoord

perception [perceptions] (conscious understanding of something)
noun
[UK: pə.ˈsep.ʃn̩]
[US: pər.ˈsep.ʃn̩]

gewaarwordingsubstantief
{f}

perceptiesubstantief
{f}

waarnemingsubstantief
{f}

perception [perceptions] (vision (ability))
noun
[UK: pə.ˈsep.ʃn̩]
[US: pər.ˈsep.ʃn̩]

zicht [zichten]substantief
{n}

perceptive (having or showing keenness of perception, insight, understanding, or intuition)
adjective
[UK: pə.ˈsep.tɪv]
[US: pər.ˈsep.tɪv]

opmerkzaambijvoeglijk naamwoord

perch [perches] (fish of the genus Perca)
noun
[UK: pɜːtʃ]
[US: ˈpɝːtʃ]

baars [baarzen]substantief
{m}

perch [perches] (rod used by bird)
noun
[UK: pɜːtʃ]
[US: ˈpɝːtʃ]

stoksubstantief
{m}

percolate [percolated, percolating, percolates] ((intransitive) spread slowly or gradually)
verb
[UK: ˈpɜːk.ə.leɪt]
[US: ˈpɝːk.ə.ˌlet]

doordringenwerkwoord

doorsijpelenwerkwoord

percolate [percolated, percolating, percolates] ((transitive) pass a liquid through a porous substance)
verb
[UK: ˈpɜːk.ə.leɪt]
[US: ˈpɝːk.ə.ˌlet]

filterenwerkwoord

filtrerenwerkwoord

percolerenwerkwoord

percolate (liquid that has been percolated)
noun
[UK: ˈpɜːk.ə.leɪt]
[US: ˈpɝːk.ə.ˌlet]

percolaatsubstantief
{n}

percolation [percolations] (seepage or filtration of a liquid)
noun
[UK: ˈpɜːk.ə.leɪʃ.n̩]
[US: ˈpɝːk.ə.leɪʃ.n̩]

doorsijpelensubstantief

percussion cap (metal cap on muzzleloading firearms)
noun
[UK: pəˈk.ʌʃ.n̩ kæp]
[US: pərˈk.əʃ.n̩ ˈkæp]

slaghoedjesubstantief

percussion instrument (type of instrument)
noun
[UK: pəˈk.ʌʃ.n̩ ˈɪn.strʊ.mənt]
[US: pərˈk.əʃ.n̩ ˈɪn.strə.mənt]

slaginstrumentsubstantief
{n}

percutaneous (taking place through the skin)
adjective
[UK: ˌpɜː.kjuː.ˈteɪ.niəs]
[US: pər.kjuː.ˈteɪ.niəs]

percutaanbijvoeglijk naamwoord

perdition (absolute ruin)
noun
[UK: pə.ˈdɪʃ.n̩]
[US: pə.ˈdɪʃ.n̩]

verderfsubstantief

perdition (eternal damnation)
noun
[UK: pə.ˈdɪʃ.n̩]
[US: pə.ˈdɪʃ.n̩]

eeuwige verdoemenissubstantief

perdition (hell)
noun
[UK: pə.ˈdɪʃ.n̩]
[US: pə.ˈdɪʃ.n̩]

helsubstantief

peregrinate [peregrinated, peregrinating, peregrinates] (to travel from place to place)
verb
[UK: ˈpe.rɪ.ɡrɪ.neɪt]
[US: ˈpe.rɪ.ɡriː.neɪt]

rondreizenwerkwoord

rondtrekkenwerkwoord

peregrinate [peregrinated, peregrinating, peregrinates] (to travel through a specific place)
verb
[UK: ˈpe.rɪ.ɡrɪ.neɪt]
[US: ˈpe.rɪ.ɡriː.neɪt]

doortrekkenwerkwoord

doorzwervenwerkwoord

peregrine falcon (Falco peregrinus)
noun
[UK: ˈpe.rɪ.ɡrɪn ˈfɔːlkən]
[US: ˈpe.rə.ˌɡrin ˈfælkən]

slechtvalksubstantief
{m}

peremptory ((law) Precluding debate or expostulation; not admitting of question or appeal)
adjective
[UK: pə.ˈremp.tə.ri]
[US: pə.ˈremp.tə.ri]

onherroepelijkbijvoeglijk naamwoord

onverbiddelijkbijvoeglijk naamwoord

zonder verhaalbijvoeglijk naamwoord

peremptory (Positive in opinion or judgment; decided, dogmatic)
adjective
[UK: pə.ˈremp.tə.ri]
[US: pə.ˈremp.tə.ri]

beslistbijvoeglijk naamwoord

categorischbijvoeglijk naamwoord

12