logic meaning in Dutch

English	Dutch
teleological (pertaining to teleology) adjective [UK: ˌte.lɪə.ˈlɒ.dʒɪk.l̩] [US: ˌti.liə.ˈlɒ.dʒɪk.l̩]	teleologischbijvoeglijk naamwoord
terminological (of, or relating to terminology) adjective [UK: ˌtɜː.mɪ.nə.ˈlɒ.dʒɪk.l̩] [US: tər.mə.nə.ˈlɒ.dʒək.l̩]	terminologischbijvoeglijk naamwoord
theological (of or relating to theology) adjective [UK: ˌθɪə.ˈlɒ.dʒɪk.l̩] [US: ˌθiə.ˈlɑː.dʒɪk.l̩]	theologischbijvoeglijk naamwoord
toxicological (of or pertaining to toxicology) adjective [UK: ˌtɒk.sɪˈk.ɒ.lə.dʒi] [US: ˌtɑːk.sək.ə.ˈlɑː.dʒɪkəl]	toxicologischbijvoeglijk naamwoord
virological (of or pertaining to virology) adjective [UK: vaɪ.rə.ˈlɑː.dʒɪkəl] [US: vaɪ.rə.ˈlɑː.dʒɪkəl]	virologischbijvoeglijk naamwoord

Your history