English-Dutch dictionary »

lazy meaning in Dutch

EnglishDutch
lazy [lazier, laziest] (unwilling to work)
adjective
[UK: ˈleɪ.zi]
[US: ˈleɪ.zi]

luibijvoeglijk naamwoord

werkschuwbijvoeglijk naamwoord

lazybones (person who is lazy)
noun
[UK: ˈleɪ.zɪ.bəʊnz]
[US: ˈleɪ.zɪboʊnz]

luieriksubstantief
{m}

luilaksubstantief
{m}