English-Dutch dictionary »

eh meaning in Dutch

EnglishDutch
beheading (an instance of beheading)
noun
[UK: bɪ.ˈhed.ɪŋ]
[US: bə.ˈhed.ɪŋ]

onthoofdingsubstantief

behold [beheld, beheld, beholding, beholds] (to see, to look at)
verb
[UK: bɪ.ˈhəʊld]
[US: bɪˈhoʊld]

aanschouwenwerkwoord

behest [behests] (command, bidding)
noun
[UK: bɪ.ˈhest]
[US: ˌbɪ.ˈhest]

bevelsubstantief

opdrachtsubstantief

behind (after, time- or motion-wise)
preposition
[UK: bɪ.ˈhaɪnd]
[US: bə.ˈhaɪnd]

napreposition

behind (at the back of)
preposition
[UK: bɪ.ˈhaɪnd]
[US: bə.ˈhaɪnd]

achterpreposition

achteraanpreposition

behind [behinds] (buttocks)
noun
[UK: bɪ.ˈhaɪnd]
[US: bə.ˈhaɪnd]

achterhandsubstantief
{n}

achterstesubstantief
{n}

achterwerksubstantief
{n}

behind [behinds] (rear, back-end)
noun
[UK: bɪ.ˈhaɪnd]
[US: bə.ˈhaɪnd]

achtereindsubstantief
{n}

achtereindesubstantief
{n}

achterkantsubstantief
{m}

achterzijdesubstantief
{f} {m}

behind bars (in jail or prison)
preposition
[UK: bɪ.ˈhaɪnd bɑːz]
[US: bə.ˈhaɪnd ˈbɑːrz]

achter de traliespreposition

behind closed doors (in private)
preposition
[UK: bɪ.ˈhaɪnd kləʊzd dɔːz]
[US: bə.ˈhaɪnd kloʊzd ˈdɔːrz]

achter gesloten deurenpreposition

behind every successful man there stands a woman (men's success often depends on the support and work and support of their wives for female partners)
phrase

achter elke grote man staat een vrouwphrase

behind the scenes (in secret; out of public view)
preposition
[UK: bɪ.ˈhaɪnd ðə siːnz]
[US: bə.ˈhaɪnd ðə ˈsiːnz]

achter de coulissenpreposition

achter de schermenpreposition

beholden (obligated, bound by moral obligation)
adjective
[UK: bɪ.ˈhəʊl.dən]
[US: bɪˈho.ʊl.dən]

schatplichtigbijvoeglijk naamwoord

verplichtbijvoeglijk naamwoord

behove [behoved, behoving, behoves] (to befit, to suit)
verb
[UK: bɪ.ˈhəʊv]
[US: bɪˈhoʊv]

betamenwerkwoord

pаssenwerkwoord

Bethlehem (City)
proper noun
[UK: ˈbeθ.lə.ˌhem]
[US: ˈbeθ.lə.ˌhem]

Bethlehemeigennam

bokeh (subjective aesthetic quality of out-of-focus areas of an image)
noun

bokehsubstantief

bufflehead [buffleheads] (a duck in the goldeneye genus)
noun

buffelkopeendsubstantief

cognitive behavioral therapy (psychotherapeutic approach)
noun

cognitieve gedragstherapiesubstantief
{f}

comprehend [comprehended, comprehending, comprehends] (to understand)
verb
[UK: ˌkɒm.prɪ.ˈhend]
[US: ˌkɑːm.pri.ˈhend]

begrijpenwerkwoord

bevattenwerkwoord

comprehensible (able to be comprehended)
adjective
[UK: ˌkɒm.prɪ.ˈhen.səb.l̩]
[US: ˌkɑːm.pri.ˈhen.səb.l̩]

begrijpelijkbijvoeglijk naamwoord

comprehension [comprehensions] (thorough understanding)
noun
[UK: ˌkɒm.prɪ.ˈhen.ʃn̩]
[US: ˌkɑːm.pri.ˈhen.ʃn̩]

begrijpensubstantief

comprehensive (broadly or completely covering)
adjective
[UK: ˌkɒm.prɪ.ˈhen.sɪv]
[US: ˌkɑːm.pri.ˈhen.sɪv]

alomvattendbijvoeglijk naamwoord

diepgaandbijvoeglijk naamwoord

omvattendbijvoeglijk naamwoord

uitgebreidbijvoeglijk naamwoord

comprehensive school (normal secondary school, accepting pupils of all abilities)
noun
[UK: ˌkɒm.prɪ.ˈhen.sɪv skuːl]
[US: ˌkɑːm.pri.ˈhen.sɪv ˈskuːl]

middenschoolsubstantief

comprehensively (in a comprehensive manner)
adverb
[UK: ˌkɒm.prɪ.ˈhen.sɪ.vli]
[US: ˌkɑːm.prə.ˈhen.sɪ.vli]

uit-en-te-nabijwoord

crotonaldehyde (organic compound)
noun

crotonaldehydesubstantief

dancehall (public hall for dancing)
noun

danszaalsubstantief
{m}

dehiscence [dehiscences] ((botany) opening of an organ by its own means)
noun
[UK: dˌiːhˈɪsəns]
[US: dˌiːhˈɪsəns]

dehiscentiesubstantief
{f}

123