English-Dutch dictionary »

dole meaning in Dutch

EnglishDutch
dole [doled, doling, doles] (to distribute in small amounts)
verb
[UK: dəʊl]
[US: doʊl]

ronddelenwerkwoord

toebedelenwerkwoord

uitdelenwerkwoord

dole [doles] (unemployment benefit)
noun
[UK: dəʊl]
[US: doʊl]

dopsubstantief
{m}

steunsubstantief
{m}

werkloosheidsuitkeringsubstantief
{f}

dole out (to distribute in small quantities)
verb
[UK: dəʊl ˈaʊt]
[US: doʊl ˈaʊt]

uitdelenwerkwoord

verdelenwerkwoord

condolence [condolences] (sympathy when someone has died, see also: condolences)
noun
[UK: kən.ˈdəʊ.ləns]
[US: kənˈdo.ʊ.ləns]

innige deelnemingsubstantief

condolences (funeral expression)
interjection
[UK: kən.ˈdəʊ.lən.sɪz]
[US: kənˈdo.ʊ.lən.sɪz]

innige deelneminginterjection

farandole (a lively chain dance)
noun
[UK: fˈarəndˌəʊl]
[US: fˈærəndˌoʊl]

farandolesubstantief

indole (organic compound)
noun

indoolsubstantief
{?}

indolence (habitual laziness or sloth)
noun
[UK: ˈɪn.də.ləns]
[US: ˈɪn.də.ləns]

loomheidsubstantief
{f}

slapheidsubstantief
{f}

sloomheidsubstantief
{f}

traagheidsubstantief
{f}

indolent (habitually lazy)
adjective
[UK: ˈɪn.də.lənt]
[US: ˈɪn.də.lənt]

werkschuwbijvoeglijk naamwoord

offer one's condolences (offer sympathy to someone who has recently experienced the loss of a loved one)
verb

condolerenwerkwoord

redolent (fragrant or aromatic)
adjective
[UK: ˈre.də.lənt]
[US: ˈre.də.lənt]

geurigbijvoeglijk naamwoord

welriekendbijvoeglijk naamwoord

redolent (having a smell)
adjective
[UK: ˈre.də.lənt]
[US: ˈre.də.lənt]

riekendbijvoeglijk naamwoord

redolent (suggestive or reminiscent)
adjective
[UK: ˈre.də.lənt]
[US: ˈre.də.lənt]

doen denken aanbijvoeglijk naamwoord