English-Dutch dictionary »

desert meaning in Dutch

English	Dutch
desert [deserts] (barren area) noun [UK: ˈdez.ət] [US: ˈdez.r̩t]	woestenijsubstantief {f} woestijnsubstantief {f}
desert [deserted, deserting, deserts] (to abandon) verb [UK: ˈdez.ət] [US: ˈdez.r̩t]	aan m 'n lot overlatenwerkwoord achterlatenwerkwoord verlatenwerkwoord
desert [deserted, deserting, deserts] (to leave military service) verb [UK: ˈdez.ət] [US: ˈdez.r̩t]	deserterenwerkwoord
desert island (an uninhabited island) noun [UK: ˈdez.ət ˈaɪ.lənd] [US: ˈdez.r̩t ˈaɪ.lənd]	onbewoond eilandsubstantief {n}
desert wheatear (Oenanthe deserti) noun	woestijntapuitsubstantief {m}
deserted (abandoned) adjective [UK: dɪ.ˈzɜːt.ɪd] [US: dɪ.ˈzɝːt.əd]	verlatenbijvoeglijk naamwoord
deserted (desolate) adjective [UK: dɪ.ˈzɜːt.ɪd] [US: dɪ.ˈzɝːt.əd]	desolaatbijvoeglijk naamwoord ontredderdbijvoeglijk naamwoord troosteloosbijvoeglijk naamwoord
deserter [deserters] (person who leaves a military or naval unit) noun [UK: dɪ.ˈzɜːt.ə(r)] [US: dɪ.ˈzɝː.tr̩]	deserteursubstantief {m}
desertification [desertifications] (process by which a region becomes a desert) noun [UK: dɪ.ˌzɜːt.ɪf.ɪ.ˈkeɪʃ.n̩] [US: dɪ.ˌzɝː.tɪ.fɪˈk.eɪʃ.n̩]	verwoestijningsubstantief {f} woestijnvormingsubstantief {f}
desertion [desertions] (deserting) noun [UK: dɪ.ˈzɜːʃ.n̩] [US: dɪˈ.ˈzɝː.ʃn̩]	desertiesubstantief {f} vaandelvluchtsubstantief {f}
desertology (study of deserts) noun	eremologiesubstantief {f} woestijnkundesubstantief {f}
Asian desert warbler (Sylvia nana) noun	woestijngrasmussubstantief {f}

Default dictionary:
Theme
Change language (English)
- Magyar
- Nederlands
Own wordlists
- -
Dictionaries
Extras
Impressum
Feedback
Help
News
Data Protection
Terms