English-Dutch dictionary »

dan meaning in Dutch

EnglishDutch
Republic of South Sudan (official name of South Sudan)
proper noun

Republiek Zuid-Soedaneigennam
{f}

Rhuddanian (subdivision of the Silurian period)
proper noun

Rhuddanieneigennam

Rwandan (a person from Rwanda or of Rwandan descent)
noun
[UK: rʊ.ˈæn.dən]
[US: rə.ˈwɑːn.dən]

Rwandeessubstantief
{m}

Rwandesesubstantief
{f}

Rwandan (of, from, or pertaining to Rwanda, the Rwandan people or language)
adjective
[UK: rʊ.ˈæn.dən]
[US: rə.ˈwɑːn.dən]

Rwandeesbijvoeglijk naamwoord

sedan chair (small litter or palanquin)
noun

draagstoelsubstantief
{m}

South Sudan (country in Africa)
proper noun
[UK: saʊθ suː.ˈdɑːn]
[US: ˈsaʊθ suː.ˈdæn]

Zuid-Soedaneigennam
{n}

South Sudanese (A person from South Sudan or of South Sudanese descent)
noun

Zuid-Soedaneessubstantief
{m}

South Sudanese (Of, from, or pertaining to the country of South Sudan or the South Sudanese people)
adjective

Zuid-Soedaneesbijvoeglijk naamwoord

Sudan (Republic of Sudan)
proper noun
[UK: suː.ˈdɑːn]
[US: suː.ˈdæn]

Soedaneigennam

Sudaneigennam

Sudanese (Of, from, or pertaining to the country of Sudan, the Sudanese people or the Sudanese language)
adjective
[UK: ˌsuː.də.ˈniːz]
[US: ˌsuː.də.ˈniːz]

Soedaneesbijvoeglijk naamwoord

Sudanese [Sudanese] (person from Sudan or of Sudanese descent)
noun
[UK: ˌsuː.də.ˈniːz]
[US: ˌsuː.də.ˈniːz]

Soedaneessubstantief
{m}

Soedanesesubstantief
{f}

Sundanese [Sundanese] (ethnic group - Note: These are translations for the plural.)
noun
[UK: sˌʌndənˈiːz]
[US: sˌʌndənˈiːz]

Soendanezensubstantief
{m-Pl}

Sundanese [Sundanese] (ethnic group member)
noun
[UK: sˌʌndənˈiːz]
[US: sˌʌndənˈiːz]

Soendaneessubstantief
{m}

Sundanese (language)
proper noun
[UK: sˌʌndənˈiːz]
[US: sˌʌndənˈiːz]

Soendaneeseigennam
{n}

Sundanese (pertaining to the Sudanese people)
adjective
[UK: sˌʌndənˈiːz]
[US: sˌʌndənˈiːz]

Soendaneesbijvoeglijk naamwoord

tax avoidance (legal exploitation of tax rules)
noun

belastingontwijkingsubstantief

Ugandan (A person from Uganda or of Ugandan descent)
noun
[UK: juː.ˈɡæn.dən]
[US: ˌjuː.ˈɡæn.dən]

Oegandeessubstantief
{m}

Oegandesesubstantief
{f}

Ugandeessubstantief
{m}

Ugandesesubstantief
{f}

Ugandan (Of, from, or pertaining to Uganda, the Ugandan people or the Ugandan language)
adjective
[UK: juː.ˈɡæn.dən]
[US: ˌjuː.ˈɡæn.dən]

Oegandeesbijvoeglijk naamwoord

Ugandeesbijvoeglijk naamwoord

verdant (abundant in verdure)
adjective
[UK: ˈvɜːdnt]
[US: ˈvɝː.dənt]

weelderigbijvoeglijk naamwoord
{n}

verdant (fresh)
adjective
[UK: ˈvɜːdnt]
[US: ˈvɝː.dənt]

frisbijvoeglijk naamwoord
{n}

versbijvoeglijk naamwoord
{n}

verdant (green)
adjective
[UK: ˈvɜːdnt]
[US: ˈvɝː.dənt]

groenbijvoeglijk naamwoord
{n}

verdant (inexperienced)
adjective
[UK: ˈvɜːdnt]
[US: ˈvɝː.dənt]

onervarenbijvoeglijk naamwoord

234

Your history