English-Dutch dictionary »

bold meaning in Dutch

EnglishDutch
bold [bolder, boldest] (courageous, daring)
adjective
[UK: bəʊld]
[US: boʊld]

moedigbijvoeglijk naamwoord

bold [bolder, boldest] (having thicker strokes than the ordinary form of the typeface)
adjective
[UK: bəʊld]
[US: boʊld]

vetbijvoeglijk naamwoord

vetgedruktbijvoeglijk naamwoord

embolden [emboldened, emboldening, emboldens] (To encourage, inspire)
verb
[UK: ɪm.ˈbəʊl.dən]
[US: ɪmˈbo.ʊl.dən]

moed gevenwerkwoord

verstoutenwerkwoord

fortune favors the bold (luck favors the adventurous)
phrase

de brutalen hebben de halve wereldphrase

Humboldt penguin (Spheniscus humboldti)
noun

humboldtpinguïnsubstantief
{m}

kobold (mischievous elf; goblin)
noun
[UK: kˈɒbəʊld]
[US: kˈɑːboʊld]

koboldsubstantief
{m}