English-Dutch dictionary »

andalusian meaning in Dutch

EnglishDutch
Andalusian (dialect (or varieties) of Spanish spoken in Andalusia)
noun
[UK: ˌæn.də.ˈluː.siən]
[US: ˌæn.də.ˈluː.ʃən]

Andaloesischsubstantief
{n}

Andalusischsubstantief
{n}

Andalusian (from or pertaining to Andalusia)
adjective
[UK: ˌæn.də.ˈluː.siən]
[US: ˌæn.də.ˈluː.ʃən]

Andaloesischbijvoeglijk naamwoord

Andalusischbijvoeglijk naamwoord

Andalusian (someone from Andalusia)
noun
[UK: ˌæn.də.ˈluː.siən]
[US: ˌæn.də.ˈluː.ʃən]

Andaloesischesubstantief
{f}

Andaloesiërsubstantief
{m}

Andalusischesubstantief
{f}

Andalusiërsubstantief
{m}