Dutch | English |
---|---|
voorde substantief {c} | ford [fords](crossing) |
voordeel substantief | boon [boons](A blessing or benefit) vantage [vantages](advantage) |
voordeel substantief {n} | advantage [advantages](any condition, circumstance, opportunity, or means, particularly favorable to success) benefit [benefits](advantage, help or aid) leverage(influence which is compounded or used to gain an advantage) |
voordeel hebben werkwoord | profit [profited, profiting, profits](To benefit, gain) |
voordeel trekken uit werkwoord | take advantage of(exploit) |
voordeel van de twijfel substantief {n} | benefit of the doubt(a favorable judgement given in the absence of full evidence) |
voordehandliggend bijvoeglijk naamwoord | obvious(easily discovered or understood; self-explanatory) |
voordek substantief {n} | foredeck(the part of the deck of a ship or boat that lies forward of the mast) |
voordelen en nadelen substantief | pros and cons(for and against) |
voordelig bijvoeglijk naamwoord | propitious(advantageous) |
voordeur substantief {f}/{m} | front door(main entrance) |
voor de billen geven werkwoord | spank [spanked, spanking, spanks](to smack or slap a person's buttocks, with the bare hand or other object.) |
voor de billen geven substantief {n} | spanking [spankings](form of physical punishment) |
voor de dageraad substantief | predawn(period before the rising of the sun) |
voor de gek houden werkwoord | hoodwink [hoodwinked, hoodwinking, hoodwinks](to deceive using a disguise, see also: mislead) make fun of(tease, ridicule) |
voor de hand liggen werkwoord | shine [shone, shone, shining, shines](to be immediately apparent) |
voor de hand liggend bijvoeglijk naamwoord | obvious(easily discovered or understood; self-explanatory) |
voor de rechter dagen werkwoord | litigate [litigated, litigating, litigates](to go to law) |
voor de vorm bijvoeglijk naamwoord | pro forma(for the sake of form only) |
voor de vuist weg bijwoord | extempore(without preparation; extemporaneously) |
voor de zekerheid voegwoord | just in case(in the event) |
absoluut voordeel substantief {n} | absolute advantage(economics: capability) |
bevoordelen werkwoord | advantage [advantaged, advantaging, advantages](to provide with an edge) |
concurrentievoordeel substantief {n} | competitive advantage(attribute) |
elk nadeel heeft zijn voordeel phrase | every cloud has a silver lining(in every bad situation there is an element of good) |
elk voordeel heeft zijn nadeel phrase | every silver lining has a cloud(every good situation has the potential to turn bad) |
extralegaal voordeel substantief {n} | perquisite [perquisites](benefit beyond salary) |
idiomatic expression: ten voordele van substantief {n} | benefit [benefits](advantage, help or aid) |
niet voordelig bijvoeglijk naamwoord | unfavourable(of wind or weather: causing delay or obstacles) |
schaalvoordeel substantief {n} | economies of scale(the characteristics of a production process) |