Nederlands | Engels |
---|---|
beantwoorden werkwoord | reciprocate [reciprocated, reciprocating, reciprocates](to give something in response) reply [replied, replying, replies](to give a written or spoken response) |
beantwoorden aan werkwoord | meet(to satisfy; to comply with) |
beeldwoordenboek substantief {n} | picture dictionary(dictionary with pictures) |
bepaald lidwoord substantief {n} | definite article(article introducing a noun and specifying it as the particular noun considered) |
bepaald werkwoord substantief {n} | concrete verb(type of verbs) |
betrekkelijk voornaamwoord substantief {n} | relative pronoun(pronoun that introduces a relative clause) |
bewegingswerkwoord substantief {n} | verb of motionnoun |
bewoording substantief {f} | phrasing(the way a statement is put together) wording(choice of words) |
bezittelijk bijvoeglijk naamwoord substantief {n} | possessive adjective(possessive determiner) |
bezittelijk voornaamwoord substantief {n} | possessive pronoun(pronoun which expresses possession) |
bijvoegelijk aanwijzend voornaamwoord substantief {n} | demonstrative adjective(type of adjective) |
bijvoeglijk naamwoord substantief {n} | adjective [adjectives]((grammar) a word that modifies a noun or describes a noun’s referent) |
bijwoord substantief {n} | adverb [adverbs](lexical category) |
bijwoordelijk bijvoeglijk naamwoord | adverbial(of or relating to an adverb) |
bijwoordelijke bepaling substantief {n} | adverbial clause(a subordinate clause that functions as an adverb within a main clause) |
buzzwoord substantief {n} | buzzword [buzzwords](word drawn from or imitative of technical jargon) |
codewoord substantief {n} | codeword(cryptography: string of encrypted text) |
daden zeggen meer dan woorden phrase | actions speak louder than words(actions indicate true sentiments) |
de daad bij het woord voegen werkwoord | walk the talk(to act in accordance with one's words) |
deelwoord substantief {n} | participle [participles](verb form) |
deelwoordelijk bijvoeglijk naamwoord | participial(of or relating to a participle) |
defectief werkwoord substantief {n} | defective verb(verb with an incomplete conjugation) |
duurvorm onvoltooid tegenwoordige tijd substantief | present continuous(tense that describes an ongoing action in the present) |
een afbeelding zegt meer dan duizend woorden phrase | a picture is worth a thousand words(visualisation is better than verbal description) |
evenredige vertegenwoordiging substantief {m} | proportional representation(voting principle) |
evenwoord substantief {n} | synonym [synonyms](word with same meaning as another) |
evenwoordig bijvoeglijk naamwoord | synonymous(having a similar meaning) |
functiewoord substantief {n} | function word [function words]noun |
geen man van veel woorden substantief {m} | man of few words(man who doesn't speak much) |
geen woorden maar daden; daden zeggen meer dan woorden phrase | actions speak louder than words(it is more effective to act than speak) |
gevat antwoord substantief | repartee [repartees](swift witty retort) |
gevleugeld woord substantief {n} | winged word(word or statement which is very apt for an occasion, or memorable) |
grondwoord substantief {n} | stem [stems](linguistics: main part of a word) |
herkenningswoord substantief | shibboleth [shibboleths](a word, pronunciation, or custom, distinguishing members of a group, especially as a test) |
het woord geven werkwoord | give the floorverb |
het woord hebben werkwoord | have the floorverb |
het woord nemen werkwoord | take the floorverb |
hoe spel je dit woord? phrase | how do you spell this word(how do you spell this word?) |