Nederlands-Engels woordenboek »

nieuw betekenis in Engels

NederlandsEngels
Nederlands-Nieuw-Guinea eigennam

Netherlands New Guinea(Colony)
proper noun

niets nieuws onder de zon phrase

there is nothing new under the sun(there is nothing new)
phrase

op een nieuwe manier bijwoord

originally(creatively)
adverb
[UK: ə.ˈrɪdʒ.n̩.əl.i] [US: ə.ˈrɪdʒ.n̩.əl.i]

opnieuw bijwoord

again(another time)
adverb
[UK: ə.ˈɡen] [US: ə.ˈɡen]

anew(again)
adverb
[UK: ə.ˈnjuː] [US: ə.ˈnuː]

over(again)
adverb
[UK: ˈəʊv.ə(r)] [US: ˈoʊv.r̩]

opnieuw aanstellen werkwoord

reinstate [reinstated, reinstating, reinstates](to restore to a former position or rank)
verb
[UK: ˌriːɪn.ˈsteɪt] [US: ˌri.ˌɪn.ˈsteɪt]

opnieuw invoeren werkwoord

reenter((computing) to enter again)
verb
[UK: ri.ˈɪn.tə(r)] [US: ri.ˈɪn.tər]

opnieuw oplossen werkwoord

re-solve(to solve again)
verb

opnieuw opnemen werkwoord

retake [retook, retaken, retaking, retakes](film again)
verb
[UK: ˌriː.ˈteɪk] [US: ˈriː.ˈteɪk]

opnieuw opstarten werkwoord

reboot [rebooted, rebooting, reboots](To execute a computer's boot process and reload the operating system)
verb
[UK: ˌriː.ˈbuːt] [US: ˌriː.ˈbuːt]

oude wijn in nieuwe flessen substantief

old wine in a new bottle(existing concept or institution presented as if new)
noun

Papoea-Nieuw-Guinea eigennam

Papua New Guinea(country in Oceania)
proper noun
[UK: ˈpæ.pjʊə njuː ˈɡɪ.ni] [US: ˈpæ.pjuːə nuː ˈɡɪ.ni]

schuldvernieuwing substantief
{f}

novation(new contract)
noun
[UK: nəʊ.ˈveɪ.ʃən] [US: noʊ.ˈveɪ.ʃən]

slecht nieuws substantief
{n}

bad news(news of unpleasant, unfortunate or sad events)
noun
[UK: bæd njuːz] [US: ˈbæd ˈnuːz]

spiksplinternieuw bijvoeglijk naamwoord

brand new(utterly new)
adjective
[UK: brænd njuː] [US: ˈbrænd nuː]

splinternieuw bijvoeglijk naamwoord

brand new(utterly new)
adjective
[UK: brænd njuː] [US: ˈbrænd nuː]

stadsvernieuwing substantief
{f}

urban renewal(redevelopment of urban areas)
noun

vernieuwbaar bijvoeglijk naamwoord

sustainableadjective
[UK: sə.ˈsteɪ.nəb.l̩] [US: sə.ˈsteɪ.nəb.l̩]

vernieuwen werkwoord

innovate [innovated, innovating, innovates](to introduce something new)
verb
[UK: ˈɪ.nə.veɪt] [US: ˈɪ.nə.ˌvet]

renew [renewed, renewing, renews](to make new again)
verb
[UK: rɪ.ˈnjuː] [US: rə.ˈnuː]

vernieuwend bijvoeglijk naamwoord

original(pioneering)
adjective
[UK: ə.ˈrɪdʒ.n̩.əl] [US: ə.ˈrɪdʒ.n̩.əl]

vernieuwing substantief
{f}

innovation [innovations](act of innovating)
noun
[UK: ˌɪ.nə.ˈveɪʃ.n̩] [US: ˌɪ.nə.ˈveɪʃ.n̩]

Vrolijk Kerstfeest en een Gelukkig Nieuwjaar! phrase

Merry Christmas and a Happy New Year(traditional greeting for the Christmas and the new year)
phrase
[UK: ˈme.ri ˈkrɪ.sməs ənd ə ˈhæp.i njuː ˈjiə(r)] [US: ˈme.ri ˈkrɪ.sməs ænd ə ˈhæp.i nuː ˈjɪr̩]

123

Zoek geschiedenis