Nederlands-Engels woordenboek »

eerbaar betekenis in Engels

NederlandsEngels
eerbaar bijvoeglijk naamwoord

modest(intending to avoid the encouraging of sexual attraction in others)
adjective
[UK: ˈmɒ.dɪst] [US: ˈmɑː.dəst]

reputable(having a good reputation)
adjective
[UK: ˈre.pjʊ.təb.l̩] [US: ˈre.pjə.təb.l̩]

aanleerbaar bijvoeglijk naamwoord

absorbable(capable of being absorbed)
adjective
[UK: əbˈsɔːbəbl ] [US: əbˈzɔrbəbl ]

absorbeerbaar bijvoeglijk naamwoord

absorbable(capable of being absorbed)
adjective
[UK: əbˈsɔːbəbl ] [US: əbˈzɔrbəbl ]

absorbeerbaarheid substantief
{m}

absorbability(being absorbable)
noun

annuleerbaar bijvoeglijk naamwoord

cancellable(which can be cancelled)
adjective
[UK: ˈkænsələbl ] [US: ˈkænsələbl ]

annulleerbaar bijvoeglijk naamwoord

defeasible(capable of being defeated, invalidated, …)
adjective
[UK: dɪ.ˈfiː.zəbl] [US: dɪ.ˈfiː.zə.bəl]

beheerbaar bijvoeglijk naamwoord

manageable(capable of being managed)
adjective
[UK: ˈmæ.nɪ.dʒəb.l̩] [US: ˈmæ.nɪ.dʒəb.l̩]

composteerbaar bijvoeglijk naamwoord

compostable(suitable for compost)
adjective

demonteerbaar bijvoeglijk naamwoord

dismountable(capable of being dismounted)
adjective
[UK: dɪsmˈaʊntəbəl] [US: dɪsmˈaʊntəbəl]

detecteerbaar bijvoeglijk naamwoord

detectable(That which can be detected)
adjective
[UK: dɪ.ˈtek.təb.l̩] [US: də.ˈtek.təb.l̩]

falsifieerbaar bijvoeglijk naamwoord

falsifiable(able to be proven false)
adjective

falsifieerbaarheid substantief
{f}

falsifiability(quality of being falsifiable)
noun

hanteerbaar bijvoeglijk naamwoord

practicable(serving a useful function; functional or handy)
adjective
[UK: ˈpræk.tɪk.əb.l̩] [US: ˈpræk.tək.əb.l̩]

identificeerbaar bijvoeglijk naamwoord

identifiable(capable of being distinguished and named)
adjective
[UK: aɪ.ˌden.tɪ.ˈfaɪəb.l̩] [US: aɪ.ˈden.tə.ˌfaɪəb.l̩]

incasseerbaar bijvoeglijk naamwoord

fluid(convertible into cash)
adjective
[UK: ˈfluːɪd] [US: ˈfluːəd]

indexeerbaar bijvoeglijk naamwoord

indexable(that can be indexed)
adjective

inverteerbaar bijvoeglijk naamwoord

invertible((mathematics) which has an inverse)
adjective
[UK: ɪnvˈɜːtəbəl] [US: ɪnvˈɜːɾəbəl]

niet steriliseerbaar bijvoeglijk naamwoord

unsterilizable(unable to become sterilized)
adjective

omkeerbaar bijvoeglijk naamwoord

reversible(able to be reversed)
adjective
[UK: rɪ.ˈvɜː.səb.l̩] [US: rɪ.ˈvɝː.səb.l̩]

onfalsifieerbaarheid substantief
{f}

unfalsifiability(state or condition of being unfalsifiable)
noun

onomkeerbaar bijvoeglijk naamwoord

irreversible(incapable of being reversed)
adjective
[UK: ˌɪ.rɪ.ˈvɜː.səb.l̩] [US: ˌɪ.rɪ.ˈvɝː.səb.l̩]

onsteriliseerbaar bijvoeglijk naamwoord

unsterilizable(unable to become sterilized)
adjective

opponeerbaar bijvoeglijk naamwoord

opposable(capable of being placed opposite)
adjective
[UK: əˈpəʊzəbl ] [US: əˈpoʊzəbl ]

palpeerbaar bijvoeglijk naamwoord

palpable(that can be detected by palpation)
adjective
[UK: ˈpæl.pəb.l̩] [US: ˈpæl.pəb.l̩]

realiseerbaar bijvoeglijk naamwoord

realizable(capable of being realized or achieved)
adjective
[UK: ˌrɪə.ˈlaɪ.zəb.l̩] [US: ˌriə.ˈlaɪ.zəb.l̩]

recycleerbaar bijvoeglijk naamwoord

recyclable(able to be recycled)
adjective
[UK: ˌriː.ˈsaɪ.kləb.l̩] [US: ri.ˈsaɪ.kləb.l̩]

recycleerbaarheid substantief
{f}

recyclability(the quality of being recyclable)
noun

regeerbaar bijvoeglijk naamwoord

governable(capable of being governed)
adjective
[UK: ˈɡʌ.və.nəbl] [US: ˈɡʌ.və.nəbl]

reproduceerbaar substantief

reproducibility [reproducibilities](closeness of agreement)
noun

reproduceerbaarheid substantief

reproducibility [reproducibilities](quality of being reproducible)
noun

steriliseerbaar bijvoeglijk naamwoord

sterilizable(able to be sterilized)
adjective

verteerbaar bijvoeglijk naamwoord

digestible(capable of being digested)
adjective
[UK: dɪ.ˈdʒe.stəb.l̩] [US: daɪ.ˈdʒe.stəb.l̩]

weerbaar bijvoeglijk naamwoord

resilient(returning quickly to normal after damaging events or conditions; psychologically or structurally tough)
adjective
[UK: rɪ.ˈzɪ.lɪənt] [US: rə.ˈzɪ.ljənt]

Zoek geschiedenis