fluid betekenis in Nederlands

Engels	Nederlands
fluid [fluids] (any state of matter which can flow) noun [UK: ˈfluːɪd] [US: ˈfluːəd]	fluïdumsubstantief {n}
fluid (convertible into cash) adjective [UK: ˈfluːɪd] [US: ˈfluːəd]	incasseerbaarbijvoeglijk naamwoord incasseerbarebijvoeglijk naamwoord
fluid (in a state of flux; subject to change) adjective [UK: ˈfluːɪd] [US: ˈfluːəd]	vloeibaarbijvoeglijk naamwoord vloeibarebijvoeglijk naamwoord
fluid (moving smoothly) adjective [UK: ˈfluːɪd] [US: ˈfluːəd]	vloeiendbijvoeglijk naamwoord vloeiendebijvoeglijk naamwoord
bodily fluid (biofluid) noun [UK: ˈbɒ.də.li ˈfluːɪd] [US: ˈbɑː.də.li ˈfluːəd]	humorsubstantief {m} lichaamssapsubstantief {n} lichaamsvloeistofsubstantief lichaamsvochtsubstantief {n}
brake fluid (hydraulic fluid) noun	remvloeistofsubstantief {f}
correction fluid (fluid for masking textual errors) noun [UK: kə.ˈrek.ʃn̩ ˈfluːɪd] [US: kə.ˈrek.ʃn̩ ˈfluːəd]	tipexsubstantief {m} {f}
Cowper's fluid noun [UK: kˈaʊpəz flˈuːɪd] [US: kˈaʊpɚz flˈuːɪd]	voorvochtsubstantief {n}
genderfluid (not conforming to fixed gender) adjective	genderfluïdebijvoeglijk naamwoord

Zoek geschiedenis