Hungarian-Dutch dictionary »

ken meaning in Dutch

HungarianDutch
elérzékenyült melléknév

geraakt◼◼◻bijvoeglijk naamwoord

ontdaan◼◼◻bijvoeglijk naamwoord

elkényeztet ige

verwennen◼◼◼werkwoord

bederven◼◼◻werkwoord

in de watten leggen◼◻◻

koesterenwerkwoord

előzékeny melléknév

behulpzaam◼◼◼bijvoeglijk naamwoord

inschikkelijk◼◼◻bijvoeglijk naamwoord

emberi tevékenység

antropische activiteit

emissziócsökkentés

emissiereductie◼◼◼

engedékeny melléknév

toegeeflijk◼◼◼bijvoeglijk naamwoord

toegevendbijvoeglijk naamwoord

értékcsökkenés főnév

depreciatie◼◼◼v

érzékeny melléknév

gevoelig◼◼◼bijvoeglijk naamwoord

kwetsbaar◼◼◻bijvoeglijk naamwoord

vatbaar◼◼◻bijvoeglijk naamwoord

rauw◼◻◻bijvoeglijk naamwoord

rauwe◼◻◻bijvoeglijk naamwoord

affectiefbijvoeglijk naamwoord

teergevoeligbijvoeglijk naamwoord

érzékenység főnév

gevoeligheid◼◼◼v

tederheid◼◼◻substantief

sensitiviteit◼◼◻v

intolerantie◼◼◻v

ontvankelijkheid◼◻◻v

esetenként határozószó

af en toe◼◼◼bijwoord

nu en dan◼◼◻bijwoord

van tijd tot tijd◼◼◻bijwoord

esetenkénti

af en toe◼◼◻bijwoord

nu en dan◼◻◻bijwoord

esténként határozószó

in de nacht◼◼◼

évenként melléknév

jaarlijks◼◼◼bijvoeglijk naamwoord

évenként

jaarlijkse◼◼◼bijvoeglijk naamwoord

évenkénti melléknév

jaarlijkse◼◼◼bijvoeglijk naamwoord

jaarlijks◼◼◼bijvoeglijk naamwoord

jaarlijkse uitgave

fecskendez ige

injecteren◼◼◼werkwoord

spuiten [spoot; h. gespoten]◼◼◻werkwoord

inspuiten◼◼◻werkwoord

fecskenfőnév

spuit [spuiten]◼◼◼vm

4567

Your history