Hungarian-Dutch dictionary »

ken meaning in Dutch

HungarianDutch
befecskendez ige

bespuiten [bespoot; h. bespoten]◼◼◻werkwoord

inspuiten◼◻◻werkwoord

befecskendezés főnév

injectie◼◼◼v

inspuiting◼◼◻v

beken ige

zalven◼◼◼werkwoord

aansmeren [smeerde aan; h. aangesmeerd]werkwoord

besmeren [besmeerde; h. besmeerd]werkwoord

kén hagy

met rust laten◼◼◼

bökkenő főnév

valstrikm

bundáskenyér főnév

wentelteefje◼◼◼o

csökken ige

verminderen◼◼◼werkwoord

dalen◼◼◼werkwoord

afnemen◼◼◻werkwoord

krimpen◼◼◻werkwoord

smelten◼◻◻werkwoord

slinken◼◻◻werkwoord

teruggang◼◻◻m

inkorten◼◻◻werkwoord

tanen◼◻◻werkwoord

csökkenés főnév

daling◼◼◼v

terugval◼◼◻m

teruggang◼◻◻m

csökkenés ige

afnemen◼◼◻werkwoord

afzwakken◼◻◻werkwoord

terugvallen◼◻◻werkwoord

csökkent ige

verminderen◼◼◼werkwoord

verlagen [verlaagde; h. verlaagd]◼◼◼werkwoord

verkleinen◼◼◻werkwoord

reduceren◼◼◻werkwoord

dalen◼◼◻werkwoord

afnemen◼◼◻werkwoord

verlichten◼◼◻werkwoord

snijden◼◼◻werkwoord

terugdringen◼◼◻werkwoord

bezuinigen◼◼◻werkwoord

verzachten◼◼◻werkwoord

krimpen◼◻◻werkwoord

inkrimpen◼◻◻werkwoord

inkorten◼◻◻werkwoord

slinken◼◻◻werkwoord

2345