Hungarian-Dutch dictionary »

elf meaning in Dutch

Hungarian	Dutch
elfogadott melléknév	erkend◼◼◼bijvoeglijk naamwoord
elfogat ige	stoppenwerkwoord
elfogatás főnév	aanhouding [aanhoudingen]◼◼◼v
elfogatóparancs főnév	aanhoudingsbevel [aanhoudingsbevelen]◼◼◼o arrestatiebevel◼◼◻o
elfoglal ige	bezet◼◼◼ nemen◼◼◼werkwoord bezetten◼◼◼werkwoord innemen◼◼◻werkwoord pakken◼◼◻ bezighouden◼◻◻werkwoord inpikken◼◻◻werkwoord
elfoglalás főnév	bezetting◼◼◼v kolonisatie◼◻◻v
elfoglalt melléknév	druk◼◼◼bijvoeglijk naamwoord bezig◼◼◼bijvoeglijk naamwoord bezet◼◼◻ in gesprek◼◻◻
elfoglaltság főnév	bezigheid◼◼◼v activiteit [activiteiten]◼◼◼v
elfogulatlan melléknév	onpartijdig◼◼◼bijvoeglijk naamwoord
elfogulatlanság főnév	onpartijdigheid◼◼◼v onbevangenheid◼◼◻v
elfogult melléknév	vooringenomen◼◼◼bijvoeglijk naamwoord
elfogultság főnév	vooringenomenheid◼◼◼v vooroordeel◼◼◼o neiging◼◼◻v voorspanning◼◻◻
elfogy ige	opraken◼◼◼werkwoord
elfogy (erő) ige	vervallen [verviel; i. vervallen]werkwoord
elfogyaszt ige	consumeren◼◼◼werkwoord verbranden◼◼◻werkwoord genietenwerkwoord
(el)fogyaszt ige	verbruiken [verbruikte; h. verbruikt]◼◼◻werkwoord
(el)fogyasztás főnév	consumptie [consumpties]◼◼◼v
elfojt ige	onderdrukken◼◼◼werkwoord smoren◼◼◻werkwoord blussen◼◻◻werkwoord wurgen◼◻◻werkwoord uitdoven◼◻◻werkwoord

Default dictionary:
Theme
Change language (English)
Own wordlists
- -
Dictionaries
Extras
Impressum
Feedback
Help
News
Data Protection
Terms