alkalmaz meaning in Dutch

toepassen [paste toe; h. toegepast]▼◼◼◼werkwoord

gebruiken [gebruikte; h. gebruikt]▼◼◼◼werkwoord

gelden▼◼◼◼werkwoord

stellen▼◼◼◼werkwoord

zetten▼◼◼◻werkwoord

uitoefenen▼◼◼◻werkwoord

stoppen▼◼◼◻werkwoord

aanpassen▼◼◼◻werkwoord

benutten▼◼◼◻werkwoord

aanwenden▼◼◻◻werkwoord

betrachten▼◼◻◻werkwoord

beoefenen▼◼◻◻werkwoord

doorvoeren▼◼◻◻werkwoord

hantering▼◼◻◻v

tewerkstellen▼◼◻◻werkwoord

in de praktijk brengen▼◼◻◻

appliceren▼werkwoord

in toepassing brengen▼

geschikt▼◼◼◻bijvoeglijk naamwoord

toepasselijk▼◼◼◻bijvoeglijk naamwoord

toepasselijk▼◼◼◼bijvoeglijk naamwoord

bruikbaar▼◼◼◻bijvoeglijk naamwoord

toepasbaarheid▼◼◼◼v

zich aanpassen▼◼◼◼

accommoderen▼◼◻◻werkwoord

adapteren▼◼◻◻werkwoord

bijsturen▼◼◻◻werkwoord

aanpassing [aanpassingen]▼◼◼◼v

naleving▼◼◻◻v

acclimatisering▼◼◻◻v

acclimatisatie▼◼◻◻v

flexibel▼◼◼◼bijvoeglijk naamwoord

inschikkelijk▼◼◼◻bijvoeglijk naamwoord

adaptatie▼◼◼◼v

aangewend▼◼◼◻bijvoeglijk naamwoord

aangestelde▼◼◼◻

employé▼◼◻◻m

werkkracht▼◼◻◻m

toegepast onderzoek▼◼◼◼

toegepaste wiskunde▼◼◼◼