Hongaars | Nederlands |
---|---|
alkalmaz ige | toepassen [paste toe; h. toegepast]◼◼◼werkwoord gebruiken [gebruikte; h. gebruikt]◼◼◼werkwoord gelden◼◼◼werkwoord stellen◼◼◼werkwoord zetten◼◼◻werkwoord uitoefenen◼◼◻werkwoord stoppen◼◼◻werkwoord aanpassen◼◼◻werkwoord benutten◼◼◻werkwoord aanwenden◼◻◻werkwoord betrachten◼◻◻werkwoord beoefenen◼◻◻werkwoord doorvoeren◼◻◻werkwoord hantering◼◻◻v tewerkstellen◼◻◻werkwoord applicerenwerkwoord |
alkalmaz melléknév | geschikt◼◼◻bijvoeglijk naamwoord toepasselijk◼◼◻bijvoeglijk naamwoord |
alkalmazható melléknév | toepasselijk◼◼◼bijvoeglijk naamwoord bruikbaar◼◼◻bijvoeglijk naamwoord |
alkalmazhatóság főnév | toepasbaarheid◼◼◼v |
alkalmazkodik ige | accommoderen◼◻◻werkwoord adapteren◼◻◻werkwoord bijsturen◼◻◻werkwoord |
alkalmazkodás főnév | aanpassing [aanpassingen]◼◼◼v naleving◼◻◻v acclimatisering◼◻◻v acclimatisatie◼◻◻v |
alkalmazkodó melléknév | flexibel◼◼◼bijvoeglijk naamwoord inschikkelijk◼◼◻bijvoeglijk naamwoord |
alkalmazkodóképesség főnév | adaptatie◼◼◼v |
alkalmazott melléknév | aangewend◼◼◻bijvoeglijk naamwoord |
alkalmazott | aangestelde◼◼◻ |
alkalmazott főnév | employé◼◻◻m werkkracht◼◻◻m |
alkalmazott kutatás | |
alkalmazott matematika főnév |