German-Dutch dictionary »

visieren meaning in Dutch

GermanDutch
visieren [visierte; hat visiert] Verb

aftekenenwerkwoord

viserenwerkwoord

avisieren [avisierte; hat avisiert] Verb

aandienenv

aankondigenv

adverterenv

adviserenv

bekendmakenv

meldenv

verkondigenv

improvisieren [improvisierte; hat improvisiert] Verb

improviserenv