German | Dutch |
---|---|
entspringen [entsprang; ist entsprungen] Verb | |
erringen [errang; hat errungen] Verb | |
fortbringen [brachte fort; hat fortgebracht] Verb | uitdragenwerkwoord wegbrengenwerkwoord wegdragenwerkwoord |
heranbringen [brachte heran; hat herangebracht] Verb | aanbrengenwerkwoord aandragenwerkwoord bezorgenwerkwoord brengenwerkwoord |
hervorbringen [ich brachte hervor; hat hervorgebracht] Verb | |
hinterbringen [brachte hinter; hat hintergebracht] Verb | aanbrengenwerkwoord aangevenwerkwoord klikkenwerkwoord verklikkenwerkwoord |
in Mißkredit bringen | afbrekenwerkwoord afkammenwerkwoord |
in Unordnung bringen | verwarrenwerkwoord verwisselenwerkwoord |
in Verwirrung bringen | verwarrenwerkwoord verwisselenwerkwoord |
das Lothringen Substantiv | |
mitbringen |