Duits-Nederlands woordenboek »

ringen betekenis in Nederlands

DuitsNederlands
entspringen [entsprang; ist entsprungen] Verb

voortkomenv

wegspringenv

erringen [errang; hat errungen] Verb

behalenv

buitmakenv

verdienenv

verkrijgenv

verwervenv

winnenv

fortbringen [brachte fort; hat fortgebracht] Verb

uitdragenwerkwoord

wegbrengenwerkwoord

wegdragenwerkwoord

heranbringen [brachte heran; hat herangebracht] Verb

aanbrengenwerkwoord

aandragenwerkwoord

bezorgenwerkwoord

brengenwerkwoord

hervorbringen [ich brachte hervor; hat hervorgebracht] Verb

afwerpenv

doenontstaanv

formerenv

makenv

ontwikkelenv

opbrengenv

opleverenv

voortbrengenv

hinterbringen [brachte hinter; hat hintergebracht] Verb

aanbrengenwerkwoord

aangevenwerkwoord

klikkenwerkwoord

verklikkenwerkwoord

in Mißkredit bringen

afbrekenwerkwoord

afgevenop

afkammenwerkwoord

in Unordnung bringen

dooreenhalen

vanzijnstukbrengen

verwarrenwerkwoord

verwisselenwerkwoord

in Verwirrung bringen

dooreenhalen

vanzijnstukbrengen

verwarrenwerkwoord

verwisselenwerkwoord

das Lothringen Substantiv

Lotharingeno

mitbringen

bijeenbrengen

123